Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. sichverfärben:


German

Detailed Translations for sichverfärben from German to Dutch

sichverfärben:

sichverfärben verbe

  1. sichverfärben (verblassen; erblassen; erbleichen; einschießen; bleichen)
    vervagen; vervalen; verschieten; verkleuren; vaal worden
    • vervagen verbe (vervaag, vervaagt, vervaagde, vervaagden, vervaagd)
    • vervalen verbe
    • verschieten verbe (verschiet, verschoot, verschoten, verschoten)
    • verkleuren verbe (verkleur, verkleurt, verkleurde, verkleurden, verkleurd)
    • vaal worden verbe (word vaal, wordt vaal, werd vaal, werden vaal, vaal geworden)

Translation Matrix for sichverfärben:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vaal worden bleichen; einschießen; erblassen; erbleichen; sichverfärben; verblassen
verkleuren bleichen; einschießen; erblassen; erbleichen; sichverfärben; verblassen die Farbe wechseln; erblassen; erbleichen; sich verfärben
verschieten bleichen; einschießen; erblassen; erbleichen; sichverfärben; verblassen
vervagen bleichen; einschießen; erblassen; erbleichen; sichverfärben; verblassen auswaschen; bleichen; erblassen; erbleichen; ineinander überlaufen; sich verwischen; verblassen; verschwimmen; verwischen
vervalen bleichen; einschießen; erblassen; erbleichen; sichverfärben; verblassen