Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. be on the spree:


English

Detailed Translations for be on the spree from English to Dutch

be on the spree:

be on the spree verbe

  1. be on the spree (be on the razzle; going out; revel; feast)
    uitgaan; stappen; de hort op gaan
  2. be on the spree
    boemelen; aan de zwier gaan
    • boemelen verbe (boemel, boemelt, boemelde, boemelden, geboemeld)
    • aan de zwier gaan verbe (ga aan de zwier, gaat aan de zwier, ging aan de zwier, gingen aam de zwier, aan de zwier gegaan)

Translation Matrix for be on the spree:

NounRelated TranslationsOther Translations
stappen footsteps
VerbRelated TranslationsOther Translations
aan de zwier gaan be on the spree
boemelen be on the spree
de hort op gaan be on the razzle; be on the spree; feast; going out; revel
stappen be on the razzle; be on the spree; feast; going out; revel be going to; go; move; move on; walk
uitgaan be on the razzle; be on the spree; feast; going out; revel exit; get out; go out; leave

External Machine Translations:

Related Translations for be on the spree