Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. datar:
  2. Wiktionary:


Spanish

Detailed Translations for datar from Spanish to Dutch

datar:

datar verbe

  1. datar (fechar)
    dateren; dagtekenen
    • dateren verbe (dateer, dateert, dateerde, dateerden, gedateerd)
    • dagtekenen verbe (dagteken, dagtekent, dagtekende, dagtekenden, gedagtekend)

Translation Matrix for datar:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dagtekenen datar; fechar
dateren datar; fechar basarse en; remontarse a

Synonyms for "datar":


Wiktionary Translations for datar:

datar
verb
  1. de datum van ontstaan bepalen