Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Translate pegado

Translate pegado from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

pegado:
- vastzittend; aan elkaar zittend; verkleefd; vastgeplakt; vastgemaakt; aangebakken; aangekoekt

Spanish

Detailed Translations for pegado from Spanish to Dutch

pegado:

pegado adj

pegado
vastzittend; aan elkaar zittend
- vastzittend adj
- aan elkaar zittend adj
pegado
verkleefd
- verkleefd adj
pegado
vastgeplakt
- vastgeplakt adj
pegado (fijado; abrochado; sujeto; atado)
vastgemaakt
- vastgemaakt adj
pegado (pegado por cocinarse; quemado)
aangebakken; aangekoekt
- aangebakken adj
- aangekoekt adj

Translation Matrix for pegado:

Adjective	Related Translations	Other Translations
verkleefd	pegado
Modifier	Related Translations	Other Translations
aan elkaar zittend	pegado
aangebakken	pegado; pegado por cocinarse; quemado
aangekoekt	pegado; pegado por cocinarse; quemado
vastgemaakt	abrochado; atado; fijado; pegado; sujeto
vastgeplakt	pegado
vastzittend	pegado

Synonyms for "pegado":

adosado; anexo; adyacente; contiguo; adherido; arrimado; unido; junto
próximo; cercano; anejo; adjunto; yuxtapuesto; conexo; inmediato; vecino; acoplado; fusionado; ligado
lateral; fronterizo; limítrofe; colateral; supletorio

Related Translations for pegado