Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. procrearse:


Spanish

Detailed Translations for procrearse from Spanish to Dutch

procrearse:

procrearse verbe

  1. procrearse (acumular; multiplicar; acumularse; amontonarse; apilarse)
    vermenigvuldigen; voortplanten
    • vermenigvuldigen verbe (vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigde, vermenigvuldigden, vermenigvuldigd)
    • voortplanten verbe (plant voort, plantte voort, plantten voort, voortgeplant)

Translation Matrix for procrearse:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vermenigvuldigen acumular; acumularse; amontonarse; apilarse; multiplicar; procrearse doblarse; duplicarse; multiplicar; reproducir; reproducirse
voortplanten acumular; acumularse; amontonarse; apilarse; multiplicar; procrearse