Spanish

Detailed Translations for reclamo from Spanish to Dutch

reclamo:

reclamo [el ~] nom

  1. el reclamo (anzuelo; cebo; señuelo; acecho)
    de aas; het lokaas; het lokmiddel
  2. el reclamo (silbato de reclamo; llamada)
    de lokroep; loktoon

Translation Matrix for reclamo:

NounRelated TranslationsOther Translations
aas acecho; anzuelo; cebo; reclamo; señuelo
lokaas acecho; anzuelo; cebo; reclamo; señuelo
lokmiddel acecho; anzuelo; cebo; reclamo; señuelo
lokroep llamada; reclamo; silbato de reclamo
loktoon llamada; reclamo; silbato de reclamo

Related Words for "reclamo":

  • reclamos

Synonyms for "reclamo":


Wiktionary Translations for reclamo:


Cross Translation:
FromToVia
reclamo advertentie; reclame advertisement — commercial solicitation
reclamo reclame; openbaarheid; publiciteit; ruchtbaarheid publicité — Action, fait de promouvoir la vente d'un produit.
reclamo reclame réclame — désuet|fr article insérer dans la presse et qui a pour objet d'attirer l’attention sur un produit de grande consommation, plus sûrement que par une annonce ostensiblement payer. On dit aujourd'hui « publireportage » ou « publicité infomerciale » dans ce sens.

reclamar:

reclamar verbe

  1. reclamar (presentar una queja)
    een klacht indienen; klagen; zijn beklag indienen
  2. reclamar
    reclameren; eisen
    • reclameren verbe (reclameer, reclameert, reclameerde, reclameerden, gereclameerd)
    • eisen verbe (eis, eist, eiste, eisten, geëist)
  3. reclamar (exigir; reivindicar)
    eisen; aanspraak maken op; vorderen; opeisen; rekwireren; opvorderen
    • eisen verbe (eis, eist, eiste, eisten, geëist)
    • vorderen verbe (vorder, vordert, vorderde, vorderden, gevorderd)
    • opeisen verbe (eis op, eist op, eiste op, eisten op, opgeeist)
    • rekwireren verbe (rekwireer, rekwireert, rekwireerde, rekwireerden, gerekwireerd)
    • opvorderen verbe (vorder op, vordert op, vorderde op, vorderden op, opgevorderd)
  4. reclamar (pedir; recuperar)
    aanvragen; verzoeken; opvragen; vragen
    • aanvragen verbe (vraag aan, vraagt aan, vroeg aan, vroegen aan, aangevraagd)
    • verzoeken verbe (verzoek, verzoekt, verzocht, verzochten, verzocht)
    • opvragen verbe (vraag op, vraagt op, vroeg op, vroegen op, opgevraagd)
    • vragen verbe (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
  5. reclamar (recaudar; reivindicar)
    eisen; vorderen; inmanen; invorderen
    • eisen verbe (eis, eist, eiste, eisten, geëist)
    • vorderen verbe (vorder, vordert, vorderde, vorderden, gevorderd)
    • inmanen verbe
    • invorderen verbe (vorder in, vordert in, vorderde in, vorderden in, ingevorderd)
  6. reclamar (tener derecho a; exigir; incautar; requisar)
  7. reclamar (exigir; reivindicar; demandar)
    terugeisen; terugvorderen
    • terugeisen verbe (eis terug, eist terug, eiste terug, eisten terug, teruggeeist)
    • terugvorderen verbe (vorder terug, vordert terug, vorderde terug, vorderden terug, teruggevorderd)
  8. reclamar (invitar a su vez)
    terugvragen
    • terugvragen verbe (vraag terug, vraagt terug, vroeg terug, vroegen terug, teruggevraagd)
  9. reclamar (lamentarse; lamentar; quejarse de; )

Conjugations for reclamar:

presente
  1. reclamo
  2. reclamas
  3. reclama
  4. reclamamos
  5. reclamáis
  6. reclaman
imperfecto
  1. reclamaba
  2. reclamabas
  3. reclamaba
  4. reclamábamos
  5. reclamabais
  6. reclamaban
indefinido
  1. reclamé
  2. reclamaste
  3. reclamó
  4. reclamamos
  5. reclamasteis
  6. reclamaron
fut. de ind.
  1. reclamaré
  2. reclamarás
  3. reclamará
  4. reclamaremos
  5. reclamaréis
  6. reclamarán
condic.
  1. reclamaría
  2. reclamarías
  3. reclamaría
  4. reclamaríamos
  5. reclamaríais
  6. reclamarían
pres. de subj.
  1. que reclame
  2. que reclames
  3. que reclame
  4. que reclamemos
  5. que reclaméis
  6. que reclamen
imp. de subj.
  1. que reclamara
  2. que reclamaras
  3. que reclamara
  4. que reclamáramos
  5. que reclamarais
  6. que reclamaran
miscelánea
  1. ¡reclama!
  2. ¡reclamad!
  3. ¡no reclames!
  4. ¡no reclaméis!
  5. reclamado
  6. reclamando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

reclamar [el ~] nom

  1. el reclamar (requerir)
    aanspraak maken op; de claim
  2. el reclamar (exigir)
    de vordering; opvorderen

Translation Matrix for reclamar:

NounRelated TranslationsOther Translations
aanspraak maken op reclamar; requerir
aanvragen solicitar
claim reclamar; requerir demanda; demanda judicial; exigencia; notificación; reclamación
opvorderen exigir; reclamar
opvragen detracción; retirada; retirada de la invitación
verzoeken ruegos; solicitudes
vorderen avanzar; progresar
vordering exigir; reclamar adelanto; avance; cobro; cobro de duedas; crecimiento; demanda; demanda judicial; exigencia; incremento; progreso; recaudación; recaudación de deudas; reclamación; subida
vragen ruegos; solicitudes
VerbRelated TranslationsOther Translations
aanspraak maken op exigir; reclamar; reivindicar
aanspraak op maken exigir; incautar; reclamar; requisar; tener derecho a
aanvragen pedir; reclamar; recuperar pedir; presentar una instancia; presentar una solicitud; rogar; solicitar
een klacht indienen presentar una queja; reclamar
eisen exigir; recaudar; reclamar; reivindicar exigir
inmanen recaudar; reclamar; reivindicar
invorderen recaudar; reclamar; reivindicar
klagen presentar una queja; reclamar dar la tabarra; fastidiar; gruñir; lamentar; lamentarse; quejarse; refunfuñar por una cosa
opeisen exigir; reclamar; reivindicar
opvorderen exigir; reclamar; reivindicar
opvragen pedir; reclamar; recuperar
reclameren reclamar
rekwireren exigir; reclamar; reivindicar
terugeisen demandar; exigir; reclamar; reivindicar
terugvorderen demandar; exigir; reclamar; reivindicar
terugvragen invitar a su vez; reclamar
verzoeken pedir; reclamar; recuperar pedir; presentar una instancia; presentar una solicitud; rogar; solicitar; suplicar
vorderen exigir; recaudar; reclamar; reivindicar adelantar; avanzar; encaramarse; encumbrarse; enriquecer; mejorar su posición; progresar; salir adelante; subir
vragen pedir; reclamar; recuperar pedir; preguntar; preguntarse; presentar una instancia; presentar una solicitud; rogar; solicitar; suplicar
zich beklagen chillar; deplorar; gañir; gemir; gimotear; hacer la guaya; lamentar; lamentarse; llorar; lloriquear; quejarse; quejarse de; reclamar
zijn beklag indienen presentar una queja; reclamar

Synonyms for "reclamar":


Wiktionary Translations for reclamar:

reclamar
verb
  1. geld terugvragen

Cross Translation:
FromToVia
reclamar opeisen; claimen claim — to demand ownership of something
reclamar aanmanen einmahnen — an eine Verpflichtung oder Schuld erinnern
reclamar reclameren; hoeven; behoeven; nodig hebben; toe zijn aan réclamerimplorer ; demander avec instance.

Related Translations for reclamo