Summary


Dutch

Detailed Translations for binnenvliegen from Dutch to German

binnenvliegen:

binnenvliegen verbe (vlieg binnen, vliegt binnen, vloog binnen, vlogen binnen, binnengevlogen)

  1. binnenvliegen (binnenstormen)
    einstürmen; stürmen; einfliegen; hereinbrechen; hineinfliegen; hereinfliegen
    • einstürmen verbe
    • stürmen verbe (stürme, stürmst, stürmt, stürmte, stürmtet, gestürmt)
    • einfliegen verbe (fliege ein, fliegst ein, fliegt ein, flog ein, flogt ein, eingeflogen)
    • hereinbrechen verbe (breche herein, brichst ehrein, bricht herein, brach herein, bracht herein, hereingebrochen)
    • hineinfliegen verbe (fliege hinein, fliegst hinein, fliegt hinein, flog hinein, flogt hinein, hineingeflogen)
    • hereinfliegen verbe (fliege herein, fliegst herein, fliegt herein, flog herein, flogt herein, hereingeflogen)

Conjugations for binnenvliegen:

o.t.t.
  1. vlieg binnen
  2. vliegt binnen
  3. vliegt binnen
  4. vliegen binnen
  5. vliegen binnen
  6. vliegen binnen
o.v.t.
  1. vloog binnen
  2. vloog binnen
  3. vloog binnen
  4. vlogen binnen
  5. vlogen binnen
  6. vlogen binnen
v.t.t.
  1. ben binnengevlogen
  2. bent binnengevlogen
  3. is binnengevlogen
  4. zijn binnengevlogen
  5. zijn binnengevlogen
  6. zijn binnengevlogen
v.v.t.
  1. was binnengevlogen
  2. was binnengevlogen
  3. was binnengevlogen
  4. waren binnengevlogen
  5. waren binnengevlogen
  6. waren binnengevlogen
o.t.t.t.
  1. zal binnenvliegen
  2. zult binnenvliegen
  3. zal binnenvliegen
  4. zullen binnenvliegen
  5. zullen binnenvliegen
  6. zullen binnenvliegen
o.v.t.t.
  1. zou binnenvliegen
  2. zou binnenvliegen
  3. zou binnenvliegen
  4. zouden binnenvliegen
  5. zouden binnenvliegen
  6. zouden binnenvliegen
diversen
  1. vlieg binnen!
  2. vliegt binnen!
  3. binnengevlogen
  4. binnenvliegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for binnenvliegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einfliegen binnenstormen; binnenvliegen aankomen op vliegveld; invliegen; landen
einstürmen binnenstormen; binnenvliegen
hereinbrechen binnenstormen; binnenvliegen binnen gaan; binnendringen; indringen; penetreren
hereinfliegen binnenstormen; binnenvliegen
hineinfliegen binnenstormen; binnenvliegen
stürmen binnenstormen; binnenvliegen hard waaien; in de voorhoede spelen; stormen; stormlopen