Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. discipelen:
  2. discipel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for discipelen from Dutch to German

discipelen:

discipelen [de ~] nom, pluriel

  1. de discipelen (volgelingen)
    der Anhänger; der Jünger

Translation Matrix for discipelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anhänger discipelen; volgelingen aanhang; aanhanger; aanhangers; aanhangwagen; aanhangwagens; aanhangwagentje; bijwagen; discipel; etiketten; fan; fans; labels; medestanders; navolger; ophanglussen; opleggers; partijgangers; prijskaartjes; supporter; supporters; trailers; volgeling; volgelinge; volger; volgers; voorstander
Jünger discipelen; volgelingen aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volgelinge; volger

Related Words for "discipelen":


discipel: