Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. doodvriezen:


Dutch

Detailed Translations for doodvriezen from Dutch to German

doodvriezen:

doodvriezen verbe (vries dood, vriest dood, vroor dood, vroren dood, doodgevroren)

  1. doodvriezen
    erfrieren
    • erfrieren verbe (erfriere, erfrierst, erfriert, erfror, erfrort, erfroren)

Conjugations for doodvriezen:

o.t.t.
  1. vries dood
  2. vriest dood
  3. vriest dood
  4. vriezen dood
  5. vriezen dood
  6. vriezen dood
o.v.t.
  1. vroor dood
  2. vroor dood
  3. vroor dood
  4. vroren dood
  5. vroren dood
  6. vroren dood
v.t.t.
  1. ben doodgevroren
  2. bent doodgevroren
  3. is doodgevroren
  4. zijn doodgevroren
  5. zijn doodgevroren
  6. zijn doodgevroren
v.v.t.
  1. was doodgevroren
  2. was doodgevroren
  3. was doodgevroren
  4. waren doodgevroren
  5. waren doodgevroren
  6. waren doodgevroren
o.t.t.t.
  1. zal doodvriezen
  2. zult doodvriezen
  3. zal doodvriezen
  4. zullen doodvriezen
  5. zullen doodvriezen
  6. zullen doodvriezen
o.v.t.t.
  1. zou doodvriezen
  2. zou doodvriezen
  3. zou doodvriezen
  4. zouden doodvriezen
  5. zouden doodvriezen
  6. zouden doodvriezen
diversen
  1. vries dood!
  2. vriest dood!
  3. doodgevroren
  4. doodvriezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doodvriezen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
erfrieren doodvriezen bevriezen; tot ijs worden; verstarren; verstenen; verstijven; vriezen