Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. instinken:


Dutch

Detailed Translations for instinken from Dutch to German

instinken:

instinken verbe (stink in, stinkt in, stonk in, stonken in, ingestonken)

  1. instinken (inlopen; intuinen)
    hereinfallen
    • hereinfallen verbe (falle herein, fällst herein, fällt herein, fiel herein, fielt herein, hereingefallen)

Conjugations for instinken:

o.t.t.
  1. stink in
  2. stinkt in
  3. stinkt in
  4. stinken in
  5. stinken in
  6. stinken in
o.v.t.
  1. stonk in
  2. stonk in
  3. stonk in
  4. stonken in
  5. stonken in
  6. stonken in
v.t.t.
  1. ben ingestonken
  2. bent ingestonken
  3. is ingestonken
  4. zijn ingestonken
  5. zijn ingestonken
  6. zijn ingestonken
v.v.t.
  1. was ingestonken
  2. was ingestonken
  3. was ingestonken
  4. waren ingestonken
  5. waren ingestonken
  6. waren ingestonken
o.t.t.t.
  1. zal instinken
  2. zult instinken
  3. zal instinken
  4. zullen instinken
  5. zullen instinken
  6. zullen instinken
o.v.t.t.
  1. zou instinken
  2. zou instinken
  3. zou instinken
  4. zouden instinken
  5. zouden instinken
  6. zouden instinken
diversen
  1. stink in!
  2. stinkt in!
  3. ingestonken
  4. instinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for instinken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hereinfallen inlopen; instinken; intuinen