Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. kandidaat:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kandidaat from Dutch to German

kandidaat:

kandidaat [de ~ (m)] nom

  1. de kandidaat (gegadigde; aspirant; geinteresseerde)
    der Kanditat; der Interessent; der Mitbewerber
  2. de kandidaat (examenkandidaat)
    der Examenskandidat
  3. de kandidaat

Translation Matrix for kandidaat:

NounRelated TranslationsOther Translations
Examenskandidat examenkandidaat; kandidaat
Interessent aspirant; gegadigde; geinteresseerde; kandidaat belanghebbende; belangstellenden; geïnteresseerde; prospect
Kanditat aspirant; gegadigde; geinteresseerde; kandidaat
Mitbewerber aspirant; gegadigde; geinteresseerde; kandidaat concurrent; mededinger
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Kandidat kandidaat

Related Words for "kandidaat":

  • kandidaats

Wiktionary Translations for kandidaat:

kandidaat
noun
  1. iemand die zich verkiesbaar gesteld heeft voor een politiek ambt
  2. iemand die zich beschikbaar geteld heeft voor een baan of functie
kandidaat
noun
  1. Person, die für etwas zur Auswahl steht

Cross Translation:
FromToVia
kandidaat Kandidatin; Kandidat candidate — person running in an election

Related Translations for kandidaat