Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. kouvatten:


Dutch

Detailed Translations for kouvatten from Dutch to German

kouvatten:

kouvatten verbe (vat kou, vatte kou, vatten kou, kou gevat)

  1. kouvatten
    erkälten; sich erkälten
    • erkälten verbe (erkälte, erkältest, erkältet, erkältete, erkältetet, erkältet)
    • sich erkälten verbe (erkälte mich, erkältest dich, erkältet sich, erkältete sich, erkältetet euch, sich erkältet)

Conjugations for kouvatten:

o.t.t.
  1. vat kou
  2. vat kou
  3. vat kou
  4. vatten kou
  5. vatten kou
  6. vatten kou
o.v.t.
  1. vatte kou
  2. vatte kou
  3. vatte kou
  4. vatten kou
  5. vatten kou
  6. vatten kou
v.t.t.
  1. heb kou gevat
  2. hebt kou gevat
  3. heeft kou gevat
  4. hebben kou gevat
  5. hebben kou gevat
  6. hebben kou gevat
v.v.t.
  1. had kou gevat
  2. had kou gevat
  3. had kou gevat
  4. hadden kou gevat
  5. hadden kou gevat
  6. hadden kou gevat
o.t.t.t.
  1. zal kouvatten
  2. zult kouvatten
  3. zal kouvatten
  4. zullen kouvatten
  5. zullen kouvatten
  6. zullen kouvatten
o.v.t.t.
  1. zou kouvatten
  2. zou kouvatten
  3. zou kouvatten
  4. zouden kouvatten
  5. zouden kouvatten
  6. zouden kouvatten
diversen
  1. vat kou!
  2. vat kou!
  3. kou gevat
  4. kouvattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kouvatten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
erkälten kouvatten kou vatten
sich erkälten kouvatten kou vatten; verkouden raken; verkouden worden