Dutch
Detailed Translations for lap from Dutch to German
lap:
-
de lap (vod; prul; homp; flard; vodje; lor)
der Lumpen; Läppchen; der Lappen; der Fetzen; der Flicklappen; der Wisch; der Flicken; der Stoffetzen; wertlose Zeug; der Stofflappen -
de lap (doek)
-
de lap (poetslap)
-
de lap (stuk stof)
der Flicklappen; der Lappen; der Lumpen; Stück; der Abschnitt; der Rest; der Fetzen; der Restposten; der Flicken; der Coupon; der Restant; der Restbestand; der Stoffetzen; der Stofflappen; Stück Stoff
Translation Matrix for lap:
Related Words for "lap":
Wiktionary Translations for lap:
lap
Cross Translation:
noun
-
een stuk van iets
- lap → Lappen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lap | → Lappen | ↔ rag — piece of cloth |
• lap | → Fetzen; Hader; Lappen; Lumpen | ↔ chiffon — mauvais linge, mauvais morceau d'étoffe ou rognure d’une étoffe neuf. |
• lap | → Fetzen; Hader; Lappen; Lumpen | ↔ lambeau — morceau d’une étoffe déchirer. |
lap form of lappen:
-
de lappen (doeken)
-
de lappen
-
lappen (voor elkaar krijgen; bewerkstelligen; klaarspelen; bedingen; fixen)
schaffen; vollführen; bewirken; hinkriegen; vollbringen; fertigbringen; durchsetzen-
fertigbringen verbe (bringe fertig, bringst fertig, bringt fertig, brachte fertig, brachtet fertig, fertiggebracht)
-
lappen (iemand iets flikken; leveren; flikken)
hinkriegen; einseifen; fertigkriegen; einem einen Streich spielen; schaukeln; fertigbringen; deichseln-
fertigkriegen verbe
-
fertigbringen verbe (bringe fertig, bringst fertig, bringt fertig, brachte fertig, brachtet fertig, fertiggebracht)
Conjugations for lappen:
o.t.t.
- lap
- lapt
- lapt
- lappen
- lappen
- lappen
o.v.t.
- lapte
- lapte
- lapte
- lapten
- lapten
- lapten
v.t.t.
- heb gelapt
- hebt gelapt
- heeft gelapt
- hebben gelapt
- hebben gelapt
- hebben gelapt
v.v.t.
- had gelapt
- had gelapt
- had gelapt
- hadden gelapt
- hadden gelapt
- hadden gelapt
o.t.t.t.
- zal lappen
- zult lappen
- zal lappen
- zullen lappen
- zullen lappen
- zullen lappen
o.v.t.t.
- zou lappen
- zou lappen
- zou lappen
- zouden lappen
- zouden lappen
- zouden lappen
en verder
- ben gelapt
- bent gelapt
- is gelapt
- zijn gelapt
- zijn gelapt
- zijn gelapt
diversen
- lap!
- lapt!
- gelapt
- lappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze