Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. loopje:
  2. loop:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for loopje from Dutch to German

loopje:

loopje [het ~] nom

  1. het loopje (wandeling; ommetje; wandeltocht; )
    der Spaziergang; die kleine Wanderung; Spazieren; der Bummel

Translation Matrix for loopje:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bummel kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht
Spazieren kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht
Spaziergang kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht rondwandeling; voetreis; voettocht
kleine Wanderung kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht

Related Words for "loopje":


loop:

loop [de ~ (m)] nom

  1. de loop (hardloopwedstrijd)
    der kampf; der Hardlaufkampf; der marathon
  2. de loop (geweerlade)
    der Schaft

Translation Matrix for loop:

NounRelated TranslationsOther Translations
Hardlaufkampf hardloopwedstrijd; loop
Schaft geweerlade; loop schacht; schoenleest
kampf hardloopwedstrijd; loop
marathon hardloopwedstrijd; loop

Related Words for "loop":


Wiktionary Translations for loop:

loop
noun
  1. voorste deel van een wapen

Cross Translation:
FromToVia
loop Lauf course — onward movement
loop Lauf course — path taken by a waterway
loop Lauf run — the act of running
loop Rohr; Röhre; Schlauch tube — Tuyau.