Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. omdoen:


Dutch

Detailed Translations for omdoen from Dutch to German

omdoen:

omdoen verbe (doe om, doet om, deed om, deden om, omgedaan)

  1. omdoen
    umtun; umbinden
    • umtun verbe
    • umbinden verbe (binde um, bindest um, bindet um, band um, bandet um, umgebunden)

Conjugations for omdoen:

o.t.t.
  1. doe om
  2. doet om
  3. doet om
  4. doen om
  5. doen om
  6. doen om
o.v.t.
  1. deed om
  2. deed om
  3. deed om
  4. deden om
  5. deden om
  6. deden om
v.t.t.
  1. heb omgedaan
  2. hebt omgedaan
  3. heeft omgedaan
  4. hebben omgedaan
  5. hebben omgedaan
  6. hebben omgedaan
v.v.t.
  1. had omgedaan
  2. had omgedaan
  3. had omgedaan
  4. hadden omgedaan
  5. hadden omgedaan
  6. hadden omgedaan
o.t.t.t.
  1. zal omdoen
  2. zult omdoen
  3. zal omdoen
  4. zullen omdoen
  5. zullen omdoen
  6. zullen omdoen
o.v.t.t.
  1. zou omdoen
  2. zou omdoen
  3. zou omdoen
  4. zouden omdoen
  5. zouden omdoen
  6. zouden omdoen
diversen
  1. doe om!
  2. doet om!
  3. omgedaan
  4. omdoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omdoen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
umbinden omdoen om het lijf binden; ombinden; omwinden
umtun omdoen

Related Translations for omdoen