Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. onderliggen:


Dutch

Detailed Translations for onderliggen from Dutch to German

onderliggen:

onderliggen verbe (lig onder, ligt onder, lag onder, lagen onder, onder gelegen)

  1. onderliggen (beneden liggen)
    unterliegen
    • unterliegen verbe (unterliege, unterliegst, unterliegt, unterlag, unterlagt, unterlegen)

Conjugations for onderliggen:

o.t.t.
  1. lig onder
  2. ligt onder
  3. ligt onder
  4. liggen onder
  5. liggen onder
  6. liggen onder
o.v.t.
  1. lag onder
  2. lag onder
  3. lag onder
  4. lagen onder
  5. lagen onder
  6. lagen onder
v.t.t.
  1. heb onder gelegen
  2. hebt onder gelegen
  3. heeft onder gelegen
  4. hebben onder gelegen
  5. hebben onder gelegen
  6. hebben onder gelegen
v.v.t.
  1. had onder gelegen
  2. had onder gelegen
  3. had onder gelegen
  4. hadden onder gelegen
  5. hadden onder gelegen
  6. hadden onder gelegen
o.t.t.t.
  1. zal onderliggen
  2. zult onderliggen
  3. zal onderliggen
  4. zullen onderliggen
  5. zullen onderliggen
  6. zullen onderliggen
o.v.t.t.
  1. zou onderliggen
  2. zou onderliggen
  3. zou onderliggen
  4. zouden onderliggen
  5. zouden onderliggen
  6. zouden onderliggen
diversen
  1. lig onder!
  2. ligt onder!
  3. onder gelegen
  4. onderliggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderliggen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
unterliegen beneden liggen; onderliggen afleggen; bezwijken; erbij inschieten; het onderspit delven; kwijtraken; onderdoen; onderspit delven; tenondergaan; verliezen; verloren gaan; wegraken; zwichten