Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. spatelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for spatelen from Dutch to German

spatelen:

spatelen verbe (spatel, spatelt, spatelde, spatelden, gespateld)

  1. spatelen
    spachteln
    • spachteln verbe (spachtele, spachtelst, spachtelt, spachtelte, spachteltet, gespachtelt)

Conjugations for spatelen:

o.t.t.
  1. spatel
  2. spatelt
  3. spatelt
  4. spatelen
  5. spatelen
  6. spatelen
o.v.t.
  1. spatelde
  2. spatelde
  3. spatelde
  4. spatelden
  5. spatelden
  6. spatelden
v.t.t.
  1. heb gespateld
  2. hebt gespateld
  3. heeft gespateld
  4. hebben gespateld
  5. hebben gespateld
  6. hebben gespateld
v.v.t.
  1. had gespateld
  2. had gespateld
  3. had gespateld
  4. hadden gespateld
  5. hadden gespateld
  6. hadden gespateld
o.t.t.t.
  1. zal spatelen
  2. zult spatelen
  3. zal spatelen
  4. zullen spatelen
  5. zullen spatelen
  6. zullen spatelen
o.v.t.t.
  1. zou spatelen
  2. zou spatelen
  3. zou spatelen
  4. zouden spatelen
  5. zouden spatelen
  6. zouden spatelen
en verder
  1. ben gespateld
  2. bent gespateld
  3. is gespateld
  4. zijn gespateld
  5. zijn gespateld
  6. zijn gespateld
diversen
  1. spatel!
  2. spatelt!
  3. gespateld
  4. spatelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for spatelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
spachteln spatelen

Wiktionary Translations for spatelen:

spatelen
verb
  1. het voorzichtig door elkaar scheppen van twee of meer producten met behulp van een spatel