Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. staander:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for staander from Dutch to German

staander:

staander [de ~ (m)] nom

  1. de staander (onderstel; voet; poot)
    Fußgestell; Gestell; Fahrgestell; Untergestell

Translation Matrix for staander:

NounRelated TranslationsOther Translations
Fahrgestell onderstel; poot; staander; voet chassis; geraamte; landingsgestel; onderstel
Fußgestell onderstel; poot; staander; voet chassis; driepoot; onderstel
Gestell onderstel; poot; staander; voet brilmontuur; chassis; driepoot; droogrek; fitting; frame; geraamte; heugelstang; karkas; latwerk; montuur; onderstel; raamwerk; rek; schoor; schraag; skelet; statief; stellage; stelling
Untergestell onderstel; poot; staander; voet

Related Words for "staander":

  • staanders, staandertje, staandertjes

Wiktionary Translations for staander:


Cross Translation:
FromToVia
staander Ständer; Stativ stand — device to hold something upright or aloft