Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. stroomlijnen:
  2. stroomlijn:


Dutch

Detailed Translations for stroomlijnen from Dutch to German

stroomlijnen:

stroomlijnen verbe (stroomlijn, stroomlijnt, stroomlijnde, stroomlijnden, stroomgelijnd)

  1. stroomlijnen
    straffen; in Stromlinienform bringen
  2. stroomlijnen
    beschleunigen; verbessern
    • beschleunigen verbe (beschleunige, beschleunigst, beschleunigt, beschleunigte, beschleunigtet, beschleunigt)
    • verbessern verbe (verbessere, verbesserst, verbessert, verbesserte, verbessertet, verbessert)

Conjugations for stroomlijnen:

o.t.t.
  1. stroomlijn
  2. stroomlijnt
  3. stroomlijnt
  4. stroomlijnen
  5. stroomlijnen
  6. stroomlijnen
o.v.t.
  1. stroomlijnde
  2. stroomlijnde
  3. stroomlijnde
  4. stroomlijnden
  5. stroomlijnden
  6. stroomlijnden
v.t.t.
  1. heb stroomgelijnd
  2. hebt stroomgelijnd
  3. heeft stroomgelijnd
  4. hebben stroomgelijnd
  5. hebben stroomgelijnd
  6. hebben stroomgelijnd
v.v.t.
  1. had stroomgelijnd
  2. had stroomgelijnd
  3. had stroomgelijnd
  4. hadden stroomgelijnd
  5. hadden stroomgelijnd
  6. hadden stroomgelijnd
o.t.t.t.
  1. zal stroomlijnen
  2. zult stroomlijnen
  3. zal stroomlijnen
  4. zullen stroomlijnen
  5. zullen stroomlijnen
  6. zullen stroomlijnen
o.v.t.t.
  1. zou stroomlijnen
  2. zou stroomlijnen
  3. zou stroomlijnen
  4. zouden stroomlijnen
  5. zouden stroomlijnen
  6. zouden stroomlijnen
en verder
  1. ben stroomgelijnd
  2. bent stroomgelijnd
  3. is stroomgelijnd
  4. zijn stroomgelijnd
  5. zijn stroomgelijnd
  6. zijn stroomgelijnd
diversen
  1. stroomlijn!
  2. stroomlijnt!
  3. stroomgelijnd
  4. stroomlijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stroomlijnen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
beschleunigen stroomlijnen accelereren; bespoedigen; gas geven; optrekken van auto; verhaasten; versnellen
in Stromlinienform bringen stroomlijnen
straffen stroomlijnen
verbessern stroomlijnen aandrijven; aansporen; beter worden; beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; leven beteren; opkalefateren; opknappen; opkrikken; oplappen; opvijzelen; opwekken; prikkelen; progressie maken; renoveren; repareren; stimuleren; verbeteren; vooruitgang boeken

Related Words for "stroomlijnen":


stroomlijn:

stroomlijn [de ~] nom

  1. de stroomlijn
    die Stromlinie

Translation Matrix for stroomlijn:

NounRelated TranslationsOther Translations
Stromlinie stroomlijn

Related Words for "stroomlijn":