Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. stroop om de mond smeren:


Dutch

Detailed Translations for stroop om de mond smeren from Dutch to German

stroop om de mond smeren:

stroop om de mond smeren verbe (smeer stroop om de mond, smeert stroop om de mond, smeerde stroop om de mond, smeerden stroop om de mond, stroop om de mond gesmeerd)

  1. stroop om de mond smeren (vleien; kruipen; flikflooien; flatteren; vlemen)
    schmeicheln; flattieren; Honig um den Bart schmieren; schwänzeln
    • schmeicheln verbe (schmeichele, schmeichelst, schmeichelt, schmeichelte, schmeicheltet, geschmeichet)
    • flattieren verbe (flattiere, flattierst, flattiert, flattierte, flattiertet, flattiert)
    • schwänzeln verbe (schwänzele, schwänzelst, schwänzelt, schwänzelte, schwänzeltet, geschwänzelt)

Conjugations for stroop om de mond smeren:

o.t.t.
  1. smeer stroop om de mond
  2. smeert stroop om de mond
  3. smeert stroop om de mond
  4. smeren stroop om de mond
  5. smeren stroop om de mond
  6. smeren stroop om de mond
o.v.t.
  1. smeerde stroop om de mond
  2. smeerde stroop om de mond
  3. smeerde stroop om de mond
  4. smeerden stroop om de mond
  5. smeerden stroop om de mond
  6. smeerden stroop om de mond
v.t.t.
  1. heb stroop om de mond gesmeerd
  2. hebt stroop om de mond gesmeerd
  3. heeft stroop om de mond gesmeerd
  4. hebben stroop om de mond gesmeerd
  5. hebben stroop om de mond gesmeerd
  6. hebben stroop om de mond gesmeerd
v.v.t.
  1. had stroop om de mond gesmeerd
  2. had stroop om de mond gesmeerd
  3. had stroop om de mond gesmeerd
  4. hadden stroop om de mond gesmeerd
  5. hadden stroop om de mond gesmeerd
  6. hadden stroop om de mond gesmeerd
o.t.t.t.
  1. zal stroop om de mond smeren
  2. zult stroop om de mond smeren
  3. zal stroop om de mond smeren
  4. zullen stroop om de mond smeren
  5. zullen stroop om de mond smeren
  6. zullen stroop om de mond smeren
o.v.t.t.
  1. zou stroop om de mond smeren
  2. zou stroop om de mond smeren
  3. zou stroop om de mond smeren
  4. zouden stroop om de mond smeren
  5. zouden stroop om de mond smeren
  6. zouden stroop om de mond smeren
en verder
  1. ben stroop om de mond gesmeerd
  2. bent stroop om de mond gesmeerd
  3. is stroop om de mond gesmeerd
  4. zijn stroop om de mond gesmeerd
  5. zijn stroop om de mond gesmeerd
  6. zijn stroop om de mond gesmeerd
diversen
  1. smeer stroop om de mond!
  2. smeert stroop om de mond!
  3. stroop om de mond gesmeerd
  4. stroop om de mond smerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stroop om de mond smeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
Honig um den Bart schmieren flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen flemen; flikflooien
flattieren flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen afkleden
schmeicheln flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen flemen; flikflooien; lief doen; opwekken; opwinden; prikkelen; stimuleren
schwänzeln flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen flemen; flikflooien; kwispelen; kwispelstaarten

External Machine Translations:

Related Translations for stroop om de mond smeren