Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. toewijden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toewijden from Dutch to German

toewijden:

toewijden verbe (wijd toe, wijdt toe, wijdde toe, wijdden toe, toegewijd)

  1. toewijden
    widmen; hingeben
    • widmen verbe (widme, widmest, widmet, widmete, widmetet, gewidmet)
    • hingeben verbe (gebe hin, gibst hin, gibt hin, gab hin, gabt hin, hingegeben)

Conjugations for toewijden:

o.t.t.
  1. wijd toe
  2. wijdt toe
  3. wijdt toe
  4. wijden toe
  5. wijden toe
  6. wijden toe
o.v.t.
  1. wijdde toe
  2. wijdde toe
  3. wijdde toe
  4. wijdden toe
  5. wijdden toe
  6. wijdden toe
v.t.t.
  1. ben toegewijd
  2. bent toegewijd
  3. is toegewijd
  4. zijn toegewijd
  5. zijn toegewijd
  6. zijn toegewijd
v.v.t.
  1. was toegewijd
  2. was toegewijd
  3. was toegewijd
  4. waren toegewijd
  5. waren toegewijd
  6. waren toegewijd
o.t.t.t.
  1. zal toewijden
  2. zult toewijden
  3. zal toewijden
  4. zullen toewijden
  5. zullen toewijden
  6. zullen toewijden
o.v.t.t.
  1. zou toewijden
  2. zou toewijden
  3. zou toewijden
  4. zouden toewijden
  5. zouden toewijden
  6. zouden toewijden
diversen
  1. wijd toe!
  2. wijdt toe!
  3. toegewijd
  4. toeeijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toewijden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hingeben toewijden omhoogbrengen; rechtop zetten
widmen toewijden omhoogbrengen; rechtop zetten

Wiktionary Translations for toewijden:


Cross Translation:
FromToVia
toewijden widmen devote — to commit oneself for a certain matter
toewijden weihen; widmen; zueignen; dedizieren dédier — (religion) consacrer au culte divin.