Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. uiteenhouden:


Dutch

Detailed Translations for uiteenhouden from Dutch to German

uiteenhouden:

uiteenhouden verbe

  1. uiteenhouden (uit elkaar houden; onderscheiden)
    unterscheiden; auseinanderhalten
    • unterscheiden verbe (unterscheide, unterscheidest, unterscheidet, unterschied, unterschiedet, unterschieden)
    • auseinanderhalten verbe (halte auseinander, hältst auseinander, hält auseinander, hielt auseinander, hieltet auseinander, auseinandergehalten)

Translation Matrix for uiteenhouden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
auseinanderhalten onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden een ereteken geven; onderscheid maken; onderscheiden; van elkaar onderscheiden
unterscheiden onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheid maken; onderscheiden; ridderen; van elkaar onderscheiden