Dutch

Detailed Translations for uitlopen op from Dutch to German

uitlopen op:

uitlopen op verbe

  1. uitlopen op (ontaarden)
    ausarten; entarten; abarten
    • ausarten verbe (arte aus, artest aus, artet aus, artete aus, artetet aus, ausgeartet)
    • entarten verbe (entarte, entartest, entartet, entartete, entartetet, entartet)
    • abarten verbe

Translation Matrix for uitlopen op:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abarten ontaarden; uitlopen op achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden
ausarten ontaarden; uitlopen op achteruitgaan; degenereren; ontaarden; uitdraaien op iets; uitlopen; uitpakken; verderven; verworden
entarten ontaarden; uitlopen op achteruitgaan; afwisselen; corrumperen; degenereren; herzien; ontaarden; veranderen; verbasteren; verderven; vervormen; verwisselen; verworden; wijzigen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ausarten verbasterd


External Machine Translations:

Related Translations for uitlopen op