Dutch

Detailed Translations for vaardigheid from Dutch to German

vaardigheid:

vaardigheid [de ~ (v)] nom

  1. de vaardigheid (bekwaamheid)
    die Behendigkeit; die Geschicklichkeit; die Fertigkeit; die Geschicktheit
  2. de vaardigheid
    die Qualifikation

Translation Matrix for vaardigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Behendigkeit bekwaamheid; vaardigheid behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc
Fertigkeit bekwaamheid; vaardigheid handigheid; kneep; kunst; toer; truc
Geschicklichkeit bekwaamheid; vaardigheid aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; handigheid; knapheid; kneep; knobbel; kundigheid; kunst; scherpzinnigheid; schoonheid; talent; toer; truc; vernuft
Geschicktheit bekwaamheid; vaardigheid handigheid; kneep; kunst; toer; truc
Qualifikation vaardigheid functie-eis; kwalificatie

Related Words for "vaardigheid":


Synonyms for "vaardigheid":


Related Definitions for "vaardigheid":

  1. hoe goed of hoe snel je iets kunt1
    • zij heeft een grote typvaardigheid1

Wiktionary Translations for vaardigheid:

vaardigheid
noun
  1. het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem juist op te lossen

Cross Translation:
FromToVia
vaardigheid Fähigkeit ability — quality or state of being able
vaardigheid Geschicklichkeit; Fähigkeit; Kunst; Talent; Fertigkeit skill — capacity to do something well
vaardigheid Adresse; Wohnungsangabe; Anschrift adresseindication, désignation, soit du destinataire, soit de la destination où il falloir aller ou envoyer.
vaardigheid Geschicklichkeit; Gewandtheit habiletéfacilité, disposition, qualité qui rend propre à faire certaines choses, à réussir dans certaines actions, en particulier en utilisant ses mains.

vaardig:


Translation Matrix for vaardig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
aufgeweckt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk ad rem; adrem; alert; bijdehand; clever; energiek; geagiteerd; geanimeerd; gevat; kien; knap; leuk om te zien; levendig; oplettend; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slagvaardig; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; verhit; vief; vol fut; wakker
ausgelernt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk volleerd
behende briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk adrem; bijdehand; clever; gevat; kien; pienter; raak; rap; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vingervlug
fachmännisch briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bedreven; bekwaam; competent; deskundig; geniaal; geoefend; gespecialiseerd; oordeelkundig; specialistisch; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; vernuftig
fähig briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bekwaam; capabel; competent; fysiek in staat; geschikt; in staat
geistreich briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk geestig; geinig; gevat; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
gekonnt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk geniaal; vernuftig
gescheit briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk adrem; bedachtzaam; bijdehand; clever; correct; doordacht; geniaal; gevat; intelligent; kien; knap; leuk om te zien; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; spits; uitgekookt; uitgeslapen; vernuftig; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
geschickt behendig; bekwaam; briljant; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk adrem; bedachtzaam; bijdehand; bruikbare; clever; correct; doordacht; gevat; kien; knap; leuk om te zien; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
geschult briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bedreven; bekwaam; belezen; doorkneed; erudiet; ervaren; gediplomeerd; gekwalificeerd; geleerd; geletterd; geoefend; geschoold; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; onderwezen; ontwikkeld; slim; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
gewandt behendig; bekwaam; briljant; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk achterbaks; adrem; arglistig; bijdehand; clever; doorkneed; doortrapt; ervaren; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; kien; leep; link; listig; pienter; raak; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen
geübt behendig; bekwaam; briljant; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk adrem; bedreven; bekwaam; bijdehand; clever; doorkneed; ervaren; geoefend; gevat; kien; pienter; raak; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen
handlich behendig; bekwaam; briljant; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk armzalig; eenvoudig te bedienen; gemakkelijk te hanteren; handelbaar; handzaam; hanteerbaar; karig; mager; makkelijk in het gebruik; pover; schamel; schraal
klug behendig; bekwaam; briljant; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk adrem; belezen; bevattelijk; bijdehand; clever; erudiet; geletterd; geniaal; gestudeerd; gevat; gis; goedleers; hooggeleerd; intelligent; kien; knap; ontwikkeld; pienter; raak; rationeel; redelijk; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vernuftig; verstandelijk; vlug van begrip; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
kundig briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bedreven; bekwaam; geniaal; geoefend; vernuftig
pfiffig behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig adrem; bij de pinken; bijdehand; clever; geestig; gehaaid; geinig; geslepen; gevat; gewiekst; goochem; grappig; kien; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leep; leuk; leuk om te zien; lollig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; sluw; snedig; snugger; spits; spitsvondig; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen
raffiniert behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt
sachverständig briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bedachtzaam; bedreven; bekwaam; competent; correct; deskundig; doordacht; geniaal; geoefend; nadenkend; oordeelkundig; pienter; raadzaam; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; vernuftig; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
scharfsichtig briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk gis; met vooruitziende blik; profetisch; scherpziend; schrander; slim; voorzeggend
scharfsinnig behendig; bekwaam; briljant; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk adrem; bijdehand; clever; gevat; gis; intelligent; inventief; kien; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vernuftig; vindingrijk
schlau behendig; bekwaam; briljant; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk achterbaks; adrem; arglistig; bij de pinken; bijdehand; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; goochem; intelligent; kien; knap; leep; leuk om te zien; link; listig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen
spitzfindig behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig adrem; arglistig; bijdehand; clever; doortrapt; geraffineerd; geslepen; gevat; kien; leep; link; listig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snugger; sofistisch; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen
tauglich behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig betrouwbaar; bruikbare; degelijk; deugdelijk; fysiek in staat; in staat; solide; stevig
treffend behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; ragfijn; tekenend; typerend; typisch
tüchtig behendig; bekwaam; briljant; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bedreven; behoorlijk; bekwaam; betrouwbaar; bitter teleurgesteld; danig; degelijk; deugdelijk; duchtig; geagiteerd; gedegen; geoefend; intelligent; knap; levendig; van goede hoedanigheid; verbitterd; verhit

Related Words for "vaardig":

  • vaardigheid, vaardiger, vaardigere, vaardigst, vaardigste, vaardige

Wiktionary Translations for vaardig:


Cross Translation:
FromToVia
vaardig geschickt; gewandt skillful — possessing skill
vaardig geschickt; gewandt; schlau; gescheit adroit — Qui a de l’adresse. (Sens général).
vaardig anstellig; behende; fix; geschickt; geübt; gewandt habileadroit ; qui fait ce qu’il entreprendre avec souplesse.

Related Translations for vaardigheid