Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verifieren:


Dutch

Detailed Translations for verifieren from Dutch to German

verifieren:

verifieren verbe

  1. verifieren (zekerstellen; nagaan)
    nachweisen; erweisen; beweisen; vorzeigen; vorweisen
    • nachweisen verbe (weise nach, weisest nach, weist nach, wies nach, wieset nach, nachgewiesen)
    • erweisen verbe (erweise, erweist, erwies, erwiest, erwiesen)
    • beweisen verbe (beweise, beweist, bewies, bewiest, bewiesen)
    • vorzeigen verbe (zeige vor, zeigst vor, zeigt vor, zog vor, zogt vor, vorgezogen)
    • vorweisen verbe (weise vor, weist vor, wiest vor, wies vor, vorgewiesen)

Translation Matrix for verifieren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
beweisen nagaan; verifieren; zekerstellen aantonen; bewijzen; laten zien; presenteren; staven; tonen; vertonen
erweisen nagaan; verifieren; zekerstellen aantonen; betonen; betuigen; bewaarheid worden; bewijzen; blijken; doneren; geven; laten zien; presenteren; schenken; staven; tonen; uitkomen; vertonen
nachweisen nagaan; verifieren; zekerstellen aantonen; bewijzen; laten zien; presenteren; staven; tonen; vertonen
vorweisen nagaan; verifieren; zekerstellen aantonen; bewijzen; etaleren; laten zien; openbaren; presenteren; staven; tentoonstellen; ter overweging geven; tonen; uitstallen; vertonen; voorleggen; zich uiten
vorzeigen nagaan; verifieren; zekerstellen aanbieden; aantonen; bewijzen; etaleren; exposeren; getuigen van; laten blijken; laten zien; offreren; presenteren; staven; tentoonstellen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tonen; uitstallen; vertonen; voordedaghalen; voorleggen