Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verklungelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verklungelen from Dutch to German

verklungelen:

verklungelen verbe (verklungel, verklungelt, verklungelde, verklungelden, verklungeld)

  1. verklungelen (verpesten; bederven; verknoeien; )
    verderben; verpesten; verseuchen
    • verderben verbe (verderbe, verdirbst, verdirbt, verdarb, verdarbt, verdorben)
    • verpesten verbe (verpeste, verpestest, verpestet, verpestete, verpestetet, verpestet)
    • verseuchen verbe (verseuche, verseuchst, verseucht, verseuchte, verseuchtet, verseucht)

Conjugations for verklungelen:

o.t.t.
  1. verklungel
  2. verklungelt
  3. verklungelt
  4. verklungelen
  5. verklungelen
  6. verklungelen
o.v.t.
  1. verklungelde
  2. verklungelde
  3. verklungelde
  4. verklungelden
  5. verklungelden
  6. verklungelden
v.t.t.
  1. heb verklungeld
  2. hebt verklungeld
  3. heeft verklungeld
  4. hebben verklungeld
  5. hebben verklungeld
  6. hebben verklungeld
v.v.t.
  1. had verklungeld
  2. had verklungeld
  3. had verklungeld
  4. hadden verklungeld
  5. hadden verklungeld
  6. hadden verklungeld
o.t.t.t.
  1. zal verklungelen
  2. zult verklungelen
  3. zal verklungelen
  4. zullen verklungelen
  5. zullen verklungelen
  6. zullen verklungelen
o.v.t.t.
  1. zou verklungelen
  2. zou verklungelen
  3. zou verklungelen
  4. zouden verklungelen
  5. zouden verklungelen
  6. zouden verklungelen
diversen
  1. verklungel!
  2. verklungelt!
  3. verklungeld
  4. verklungelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verklungelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
verderben bederven; stukmaken; verbroddelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verpesten; verzieken achteruitgaan; afbreken; bederven; degenereren; ruineren; slopen; verderven; verdoen; vergallen; verknoeien; vernielen; vernietigen; verpesten; verspillen; verwoesten; verworden
verpesten bederven; stukmaken; verbroddelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verpesten; verzieken
verseuchen bederven; stukmaken; verbroddelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verpesten; verzieken aansteken; besmetten; infecteren; vergiftigen; verpesten

Wiktionary Translations for verklungelen:


Cross Translation:
FromToVia
verklungelen verschwenden waste — to squander
verklungelen vergeuden; verschwenden; auseinanderjagen dissiperdétruire en disperser.
verklungelen vergeuden; verschwenden prodiguerdonner, dépenser avec profusion.

External Machine Translations: