Summary
Dutch to German: more detail...
- verwijzen:
-
Wiktionary:
- verwijzen → verweisen
- verwijzen → verweisen, abdanken, aufschieben, austreiben, ausweisen, aus dem Dienst entfernen, entlassen, aus dem Dienst entlassen, exen, fortjagen, fristen, reflektieren, rückstrahlen, stunden, übersenden, verabschieden, vertagen, vertreiben, verzögern, wegjagen, zurücksenden
Dutch
Detailed Translations for verwijzen from Dutch to German
verwijzen:
-
verwijzen
verweisen; hinweisen; überweisen; ausschicken; weisen; senden; einweisen; lenken; leiten; geleiten; schicken; führen; hinüberschicken; herüberschicken-
ausschicken verbe (schicke aus, schickst aus, schickt aus, schickte aus, schicktet aus, ausgeschickt)
-
hinüberschicken verbe (schicke hinüber, schickst hinüber, schickt hinüber, schickte hinüber, schicktet hinüber, hinübergeschickt)
-
herüberschicken verbe (schicke herüber, schickst herüber, schickt herüber, schickte herüber, schicktet herüber, herübergeschickt)
Conjugations for verwijzen:
o.t.t.
- verwijs
- verwijst
- verwijst
- verwijzen
- verwijzen
- verwijzen
o.v.t.
- verwees
- verwees
- verwees
- verwezen
- verwezen
- verwezen
v.t.t.
- heb verwezen
- hebt verwezen
- heeft verwezen
- hebben verwezen
- hebben verwezen
- hebben verwezen
v.v.t.
- had verwezen
- had verwezen
- had verwezen
- hadden verwezen
- hadden verwezen
- hadden verwezen
o.t.t.t.
- zal verwijzen
- zult verwijzen
- zal verwijzen
- zullen verwijzen
- zullen verwijzen
- zullen verwijzen
o.v.t.t.
- zou verwijzen
- zou verwijzen
- zou verwijzen
- zouden verwijzen
- zouden verwijzen
- zouden verwijzen
diversen
- verwijs!
- verwijst!
- verwezen
- verwijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verwijzen:
Related Definitions for "verwijzen":
Wiktionary Translations for verwijzen:
verwijzen
Cross Translation:
verb
-
naar iets of iemand anders wijzen of sturen
- verwijzen → verweisen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwijzen | → verweisen | ↔ refer — to direct to a source for help or information |
• verwijzen | → abdanken; aufschieben; austreiben; ausweisen; aus dem Dienst entfernen; entlassen; aus dem Dienst entlassen; exen; fortjagen; fristen; reflektieren; rückstrahlen; stunden; übersenden; verabschieden; vertagen; vertreiben; verzögern; wegjagen; zurücksenden | ↔ renvoyer — envoyer de nouveau. |