Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vetmesten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vetmesten from Dutch to German

vetmesten:

vetmesten verbe (mest vet, mestte vet, mestten vet, vetgemest)

  1. vetmesten (mesten)
    mästen; fettfüttern
  2. vetmesten (mesten)
    mästen
    • mästen verbe (mäste, mästest, mästet, mästete, mästetet, gemästet)

Conjugations for vetmesten:

o.t.t.
  1. mest vet
  2. mest vet
  3. mest vet
  4. mesten vet
  5. mesten vet
  6. mesten vet
o.v.t.
  1. mestte vet
  2. mestte vet
  3. mestte vet
  4. mestten vet
  5. mestten vet
  6. mestten vet
v.t.t.
  1. heb vetgemest
  2. hebt vetgemest
  3. heeft vetgemest
  4. hebben vetgemest
  5. hebben vetgemest
  6. hebben vetgemest
v.v.t.
  1. had vetgemest
  2. had vetgemest
  3. had vetgemest
  4. hadden vetgemest
  5. hadden vetgemest
  6. hadden vetgemest
o.t.t.t.
  1. zal vetmesten
  2. zult vetmesten
  3. zal vetmesten
  4. zullen vetmesten
  5. zullen vetmesten
  6. zullen vetmesten
o.v.t.t.
  1. zou vetmesten
  2. zou vetmesten
  3. zou vetmesten
  4. zouden vetmesten
  5. zouden vetmesten
  6. zouden vetmesten
diversen
  1. mest vet!
  2. mest vet!
  3. vetgemest
  4. vetmestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vetmesten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fettfüttern mesten; vetmesten
mästen mesten; vetmesten

Wiktionary Translations for vetmesten:

vetmesten
verb
  1. een dier/persoon overvloedig en calorierijk voedsel aanbieden zodat deze in gewicht aankomt
vetmesten
verb
  1. Schlachtvieh zur Fleischproduktion füttern

Cross Translation:
FromToVia
vetmesten bessern; ausbessern; verbessern; veredeln; besser machen; düngen amendercorriger, améliorer, rendre meilleur.