Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: jij

Dutch and English Search Results for: jij

Summary

Dutch to English: more detail...

jij:
- your; you
Wiktionary:
- jij → you, thou
- jij → thou, you
- jij → you
- jij → you, thou

Dutch

Detailed Translations for jij from Dutch to English

jij:

jij

jij (je)
your; you
- your
- you

Translation Matrix for jij:

Pronoun	Related Translations	Other Translations
-	je
Other	Related Translations	Other Translations
you	je; jij	U; ge; gij; jullie; u
your	je; jij	Uw
Modifier	Related Translations	Other Translations
you		je; jou
your		je; jouw; uw

Synonyms for "jij":

je

Related Definitions for "jij":

de andere persoon, tweede persoon enkelvoud, subject¹
- Ik heet Hasan, hoe heet jij?¹

Wiktionary Translations for jij:

jij

pronoun

aangesproken persoon enkelvoud informeel
- jij → you; thou

jij

en-pron

singular informal form of "you"
- thou → gij; jij
object pronoun: the person being addressed
- you → jou; je; u; jij
subject pronoun: the person being addressed
- you → jij; je; u; gij; ge

en-det

used before epithets for emphasis
- you → jij; gij; jullie; gulder

Cross Translation:

From	To	Via
• jij	→ you; thou	↔ tu — Pronom personnel sujet de la deuxième personne du singulier

Related Translations for jij

jij zeggen

¹Muiswerk Woordenboek