Summary
Dutch
Detailed Translations for stulp from Dutch to English
stulp:
Translation Matrix for stulp:
Noun | Related Translations | Other Translations |
home | huis; optrekje; stulp; verblijf | dolhuis; gekkenhuis; gesticht; honk; huis; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting; residentie; thuis; verblijf; verzorgingshuis; verzorgingstehuis; woning; woonhuis; woonplaats |
house | huis; optrekje; stulp; verblijf | bedrijf; coöperatie; firma; handelsbedrijf; handelshuis; huis; maatschap; maatschappij; onderneming; pand; perceel; residentie; sterrenbeeld; thuis; vennootschap; verblijf; woning; woonhuis |
residence | huis; optrekje; stulp; verblijf | honk; huis; pand; perceel; residentie; thuis; verblijf; verblijfplaats; villa; woning; woonhuis; woonplaats |
Verb | Related Translations | Other Translations |
house | accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
home | thuis |
Related Words for "stulp":
Wiktionary Translations for stulp:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stulp | → cabin; hut; shack; shed; shanty | ↔ cabane — Petite maison grossièrement construire. |
• stulp | → cabin; hut; shack; shanty; shed | ↔ chaumière — Petite maison couverte d’un toit de chaume. |
• stulp | → hut; cabin; shack; shed; shanty | ↔ hutte — Petite cabane faire de bois, de terre, de paille, etc. |