Dutch
Detailed Translations for erkend from Dutch to English
erkend:
-
erkend (gerenommeerd)
acknowledged; well-established; recognized; renowned; well known; noted; recognised-
acknowledged adj
-
well-established adj
-
renowned adj
-
well known adj
-
noted adj
-
Translation Matrix for erkend:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
acknowledged | erkend; gerenommeerd | |
noted | erkend; gerenommeerd | befaamd; beroemd |
recognised | erkend; gerenommeerd | |
recognized | erkend; gerenommeerd | |
renowned | erkend; gerenommeerd | aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; doorluchtig; fameus; gedistingeerd; gewichtig; glorierijk; heilig; hooggeplaatst; illuster; verheerlijkt; verheven; voornaam; wereldberoemd; zalig |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
well known | erkend; gerenommeerd | |
well-established | erkend; gerenommeerd |
erkennen:
-
erkennen (als waar erkennen; toegeven)
Conjugations for erkennen:
o.t.t.
- erken
- erkent
- erkent
- erkennen
- erkennen
- erkennen
o.v.t.
- erkende
- erkende
- erkende
- erkenden
- erkenden
- erkenden
v.t.t.
- heb erkend
- hebt erkend
- heeft erkend
- hebben erkend
- hebben erkend
- hebben erkend
v.v.t.
- had erkend
- had erkend
- had erkend
- hadden erkend
- hadden erkend
- hadden erkend
o.t.t.t.
- zal erkennen
- zult erkennen
- zal erkennen
- zullen erkennen
- zullen erkennen
- zullen erkennen
o.v.t.t.
- zou erkennen
- zou erkennen
- zou erkennen
- zouden erkennen
- zouden erkennen
- zouden erkennen
en verder
- ben erkend
- bent erkend
- is erkend
- zijn erkend
- zijn erkend
- zijn erkend
diversen
- erken!
- erkent!
- erkend
- erkennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for erkennen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
accede | als waar erkennen; erkennen; toegeven | |
admit | als waar erkennen; erkennen; toegeven | autoriseren; biechten; binnen laten; bloot leggen; dulden; duren; fiatteren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; iemand toelaten; inlaten; inwilligen; laten; opbiechten; openbaren; opnemen; opvangen; permitteren; reveleren; toegang verschaffen; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemming verlenen; vergunnen; zich uiten |
admit the truth | als waar erkennen; erkennen; toegeven | |
- | toegeven |
Synonyms for "erkennen":
Antonyms for "erkennen":
Related Definitions for "erkennen":
Wiktionary Translations for erkennen:
erkennen
erkennen
Cross Translation:
verb
-
to own with gratitude
-
to own as genuine or valid
-
to admit the claims or authority of
-
to admit the knowledge of
-
to acknowledge the existence or legality of something
-
to acknowledge as something
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• erkennen | → admit; confess; profess; acknowledge; concede; avow | ↔ confesser — reconnaitre pour vrai. |
• erkennen | → confirm; corroborate; acknowledge; affirm; establish; uphold | ↔ confirmer — Faire persister quelqu’un dans une opinion, dans une résolution, l’affermir dans cette opinion, dans cette résolution. |
• erkennen | → believe; deem; account; accredit; acknowledge; recognize; concede; admit; avow | ↔ croire — tenir pour véritable. |
• erkennen | → acknowledge; recognize; concede; admit; avow | ↔ homologuer — juri|fr confirmer par un acte spécial un acte fait par des particuliers ou un acte d’autorité de justice. |
• erkennen | → recognize | ↔ reconnaitre — Se remettre dans l'esprit l'idée etc., quand on vient à le revoir ou à l'entendre. (Sens général) |