Summary
Dutch
Detailed Translations for volhouden from Dutch to English
volhouden:
Conjugations for volhouden:
o.t.t.
- houd vol
- houdt vol
- houdt vol
- houden vol
- houden vol
- houden vol
o.v.t.
- hield vol
- hield vol
- hield vol
- hielden vol
- hielden vol
- hielden vol
v.t.t.
- heb volgehouden
- hebt volgehouden
- heeft volgehouden
- hebben volgehouden
- hebben volgehouden
- hebben volgehouden
v.v.t.
- had volgehouden
- had volgehouden
- had volgehouden
- hadden volgehouden
- hadden volgehouden
- hadden volgehouden
o.t.t.t.
- zal volhouden
- zult volhouden
- zal volhouden
- zullen volhouden
- zullen volhouden
- zullen volhouden
o.v.t.t.
- zou volhouden
- zou volhouden
- zou volhouden
- zouden volhouden
- zouden volhouden
- zouden volhouden
diversen
- houd vol!
- houdt vol!
- volgehouden
- volhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for volhouden:
Antonyms for "volhouden":
Related Definitions for "volhouden":
Wiktionary Translations for volhouden:
volhouden
verb
volhouden
-
(overgankelijk) doorgaan met iets ondanks tegenslag, tegenspraak of vermoeidheid
- volhouden → persist
verb
-
to hold out
-
to hold up a claim emphatically
-
to persist
External Machine Translations: