Dutch
Detailed Translations for beschaven from Dutch to English
beschaven:
-
beschaven (cultiveren; ontwikkelen; civiliseren)
Conjugations for beschaven:
o.t.t.
- beschaaf
- beschaaft
- beschaaft
- beschaven
- beschaven
- beschaven
o.v.t.
- beschaafde
- beschaafde
- beschaafde
- beschaafden
- beschaafden
- beschaafden
v.t.t.
- heb beschaafd
- hebt beschaafd
- heeft beschaafd
- hebben beschaafd
- hebben beschaafd
- hebben beschaafd
v.v.t.
- had beschaafd
- had beschaafd
- had beschaafd
- hadden beschaafd
- hadden beschaafd
- hadden beschaafd
o.t.t.t.
- zal beschaven
- zult beschaven
- zal beschaven
- zullen beschaven
- zullen beschaven
- zullen beschaven
o.v.t.t.
- zou beschaven
- zou beschaven
- zou beschaven
- zouden beschaven
- zouden beschaven
- zouden beschaven
diversen
- beschaaf!
- beschaaft!
- beschaafd
- beschavend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
beschaven (cultiveren; ontwikkelen; vormen)
Translation Matrix for beschaven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
civilizing | beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen | |
cultivating | beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen | aankweken; aanplanten; bevorderen; cultiveren; kweken; planten; stimuleren; telen; verbouwen |
polishing | beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen | slijpen; wegslijpen |
refining | beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen | nuancering |
Verb | Related Translations | Other Translations |
civilise | beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen | |
civilize | beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen | |
cultivate | beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen | aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; ontginnen; opfokken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voor landbouw klaar maken; voortbrengen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
cultivating | verbouwend |
External Machine Translations: