Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. afdrogen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afdrogen from Dutch to Spanish

afdrogen:

afdrogen verbe (droog af, droogt af, droogde af, droogden af, afgedroogd)

  1. afdrogen (droogmaken; drogen)
    secar; enjugar

Conjugations for afdrogen:

o.t.t.
  1. droog af
  2. droogt af
  3. droogt af
  4. drogen af
  5. drogen af
  6. drogen af
o.v.t.
  1. droogde af
  2. droogde af
  3. droogde af
  4. droogden af
  5. droogden af
  6. droogden af
v.t.t.
  1. heb afgedroogd
  2. hebt afgedroogd
  3. heeft afgedroogd
  4. hebben afgedroogd
  5. hebben afgedroogd
  6. hebben afgedroogd
v.v.t.
  1. had afgedroogd
  2. had afgedroogd
  3. had afgedroogd
  4. hadden afgedroogd
  5. hadden afgedroogd
  6. hadden afgedroogd
o.t.t.t.
  1. zal afdrogen
  2. zult afdrogen
  3. zal afdrogen
  4. zullen afdrogen
  5. zullen afdrogen
  6. zullen afdrogen
o.v.t.t.
  1. zou afdrogen
  2. zou afdrogen
  3. zou afdrogen
  4. zouden afdrogen
  5. zouden afdrogen
  6. zouden afdrogen
diversen
  1. droog af!
  2. droogt af!
  3. afgedroogd
  4. afdrogende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afdrogen [znw.] nom

  1. afdrogen
    el secar

Translation Matrix for afdrogen:

NounRelated TranslationsOther Translations
enjugar afrekening; vereffening; verrekening
secar afdrogen
VerbRelated TranslationsOther Translations
enjugar afdrogen; drogen; droogmaken aanrekenen; aanwrijven; afspoelen; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; laken; nadragen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
secar afdrogen; drogen; droogmaken doen drogen; drogen

Wiktionary Translations for afdrogen:


Cross Translation:
FromToVia
afdrogen borrar effacer — Faire disparaître plus ou moins, parler de la forme, des couleurs de quelque chose.