Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. breedvoerigheid:
  2. breedvoerig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for breedvoerigheid from Dutch to Spanish

breedvoerigheid:

breedvoerigheid [de ~ (v)] nom

  1. de breedvoerigheid (omstandigheid; uitvoerigheid; breedsprakigheid)
    la prolijidad; la ampulosidad

Translation Matrix for breedvoerigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
ampulosidad breedsprakigheid; breedvoerigheid; omstandigheid; uitvoerigheid declamatie; holle hoogdravendheid
prolijidad breedsprakigheid; breedvoerigheid; omstandigheid; uitvoerigheid ampelheid; langdradigheid; omslachtigheid; uitgebreidheid; uitvoerigheid; wijdlopigheid

Related Words for "breedvoerigheid":


breedvoerigheid form of breedvoerig:


Translation Matrix for breedvoerig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
ampliamente ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
amplio ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig brede; breed; breedgeschouderd; clement; extensief; fors; genereus; goedgeefs; goedhartig; groot; groots; grootschalig; grootscheeps; gul; in details; mak; mild; riant; royaal; ruim; ruim opgezette; ruimhartig; scheutig; uit de kluiten gewassen; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; veelomvattend; vrijgevig; weids; welwillend; wijd; zacht; zachtaardig
en abundante ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig
exhaustivo breedsprakig; breedvoerig; langdradig; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig; wijdlopig afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend
extenso ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig breed; breedgeschouderd; corpulent; dik; extensief; gezet; groots; grootschalig; grootscheeps; in details; lang en smal; langgerekt; langjarig; lijvig; uitgebreid; uitgestrekt; uitgewerkt; uitvoerig; veeljarig; veelomvattend; verregaand; zwaarlijvig

Related Words for "breedvoerig":


Wiktionary Translations for breedvoerig:

breedvoerig
adjective
  1. tijd en ruimte nemend om alle kanten uitgebreid te bezien
adverb
  1. op breedvoerige wijze

Cross Translation:
FromToVia
breedvoerig amplio; abundante; vasto; ancho ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
breedvoerig ancho; amplio large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
breedvoerig vasto; amplio étendugrand, large, vaste.