Summary


Dutch

Detailed Translations for druppels laten vallen from Dutch to Spanish

druppels laten vallen:

druppels laten vallen verbe

  1. druppels laten vallen (druipen; druppen; droppen; druppelen)
  2. druppels laten vallen (druppelen; afdruipen; sijpelen; )

Translation Matrix for druppels laten vallen:

NounRelated TranslationsOther Translations
correr hardlopen; hollen; rennen; snellen; zich snel voortbewegen
escurrir afdruipen; afdruppelen; uitdruipen; uitdruppelen
filtrar filtering; schifting
gotear afdruipen; afdruppelen; uitdruipen; uitdruppelen
manchar vlekken
verter inschenken; leeggieten; uitgieten
VerbRelated TranslationsOther Translations
caer gota a gota droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen in straaltjes afdruipen; sijpelen
chorrear afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen in straaltjes afdruipen; in stralen lopen; sijpelen; vloeien
correr afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen aantrekken; dichttrekken; gaan; hardlopen; hardrijden; jachten; jakkeren; lopen; opdrijven; ophitsen; opjagen; rennen; reppen; sjezen; snel gaan; snellen; spoeden; stappen; stromen; vlieden; vloeien; vluchten; voortjagen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; wegschuiven; wegvluchten; zich voortbewegen
cundir droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen
divulgarse afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen ontdekt worden; ruchtbaar worden; uitkomen; uitkomen van geheim
escurrir droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen afgieten; klemmen; knellen; met iemand worstelen; omklemmen; uitwringen; worstelen; wringen
filtrar afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen doorlekken; doorsijpelen; doorzijgen; filteren; filtreren; in straaltjes afdruipen; laten doorsijpelen; percoleren; sijpelen; uitfilteren; zeven; ziften
gota a gota afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen
gotear afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen lek zijn; lekken; weglekken
manchar droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen afgeven; bedoezelen; bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; bezoedelen; kladderen; kliederen; klodderen; smetten; verontreinigen; vervuilen; vies maken; viesmaken; vlekken; vuil maken; vuilmaken
salirse afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen overkoken
verter afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen afscheiden; afvoeren; deponeren; doneren; geven; gieten op; gunnen; gunst verlenen; ingieten; leegstorten; lopen; lozen; neerleggen; opgieten; ruimen; schenken; stromen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen; vergieten; vloeien
ModifierRelated TranslationsOther Translations
gota a gota druppelsgewijs; drupsgewijs

Related Translations for druppels laten vallen