Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gelegen zijn:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gelegen zijn from Dutch to Spanish

gelegen zijn:

gelegen zijn verbe (is gelegen, was gelegen, gelegen geweest)

  1. gelegen zijn (liggen)

Conjugations for gelegen zijn:

o.t.t.
  1. is gelegen
  2. zijn gelegen
o.v.t.
  1. was gelegen
  2. waren gelegen
v.t.t.
  1. is gelegen geweest
  2. zijn gelegen geweest
v.v.t.
  1. was gelegen geweest
  2. waren gelegen geweest
o.t.t.t.
  1. zal gelegen zijn
  2. zullen gelegen zijn
o.v.t.t.
  1. zou gelegen zijn
  2. zouden gelegen zijn
diversen
  1. gelegen geweest
  2. gelegen zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gelegen zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
encontrarse gelegen zijn; liggen aantreffen; afspreken; bij elkaar komen; bijeen komen; elkaar ontmoeten; elkaar zien; ergens verkeren; ontdekken; ontmoeten; samenkomen; tegenkomen; treffen; uithangen; verkeren; verzamelen; vinden; zich bevinden; zijn
estar gelegen zijn; liggen aanwezig zijn; er zijn; erbij zijn; ergens zijn; tegenwoordig zijn; uithangen; zich bevinden; zich ophouden; zijn

Wiktionary Translations for gelegen zijn:


Cross Translation:
FromToVia
gelegen zijn → [[estar ubicado]] lie — be situated

Related Translations for gelegen zijn