Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. goedgelovig:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for goedgelovig from Dutch to Spanish

goedgelovig:

goedgelovig adj

  1. goedgelovig (naïef)

Translation Matrix for goedgelovig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
creyente goedgelovig; naïef geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom
crédulo goedgelovig; naïef argeloos; lichtgelovig; naïef
cándido goedgelovig; naïef als een kind; argeloos; kuis; lichtgelovig; maagdelijk; naief; naïef; onbevlekt; ongeveinsd; onnozel; onschuldig; oprecht; puur; rein; schuldeloos; schuldloos; zuiver
ingenuo goedgelovig; naïef argeloos; eerlijk; fideel; lichtgelovig; naief; natuurlijk; naïef; onbekrompen; onbevangen; ongedwongen; ongekunsteld; ongeveinsd; onnozel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig; wereldvreemd
piadoso goedgelovig; naïef barmhartig; deelnemend; devoot; godsdienstig; godsvruchtig; godzalig; mededogend; medelijdend; meewarig; religieus; vroom
sencillo goedgelovig; naïef argeloos; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gemakkelijk; gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; lichtgelovig; makkelijk; natuurlijk; naïef; nederig; niet hoogmoedig; niet moeilijk; niet voornaam; onedel; ongecompliceerd; ongedwongen; ongekunsteld; onopgemaakt; onopgesmukt; onvolwaardig; probleemloos; simpel; van eenvoudige komaf

Related Words for "goedgelovig":


Wiktionary Translations for goedgelovig:


Cross Translation:
FromToVia
goedgelovig crédulo gullible — easily deceived or duped, naïve

External Machine Translations: