Dutch

Detailed Translations for inmengen from Dutch to Spanish

inmengen:

inmengen verbe (meng in, mengt in, mengde in, mengden in, ingemengd)

  1. inmengen (bemoeien; mengen)

Conjugations for inmengen:

o.t.t.
  1. meng in
  2. mengt in
  3. mengt in
  4. mengen in
  5. mengen in
  6. mengen in
o.v.t.
  1. mengde in
  2. mengde in
  3. mengde in
  4. mengden in
  5. mengden in
  6. mengden in
v.t.t.
  1. heb ingemengd
  2. hebt ingemengd
  3. heeft ingemengd
  4. hebben ingemengd
  5. hebben ingemengd
  6. hebben ingemengd
v.v.t.
  1. had ingemengd
  2. had ingemengd
  3. had ingemengd
  4. hadden ingemengd
  5. hadden ingemengd
  6. hadden ingemengd
o.t.t.t.
  1. zal inmengen
  2. zult inmengen
  3. zal inmengen
  4. zullen inmengen
  5. zullen inmengen
  6. zullen inmengen
o.v.t.t.
  1. zou inmengen
  2. zou inmengen
  3. zou inmengen
  4. zouden inmengen
  5. zouden inmengen
  6. zouden inmengen
en verder
  1. is ingemengd
diversen
  1. meng in!
  2. mengt in!
  3. ingemengd
  4. inmengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inmengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
entremeterse bemoeien; inmengen; mengen
intervenir en bemoeien; inmengen; mengen bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; meedoen; meespelen; tussenbeide komen; tussenkomen
meterse con bemoeien; inmengen; mengen
meterse en bemoeien; inmengen; mengen
mezclarse bemoeien; inmengen; mengen dooreenmengen; ineenlopen; mengen; vermengen
tomar cartas en bemoeien; inmengen; mengen