Summary


Dutch

Detailed Translations for instroom from Dutch to Spanish

instroom:


instromen:

instromen verbe (stroom in, stroomt in, stroomde in, stroomden in, ingestroomd)

  1. instromen

Conjugations for instromen:

o.t.t.
  1. stroom in
  2. stroomt in
  3. stroomt in
  4. stromen in
  5. stromen in
  6. stromen in
o.v.t.
  1. stroomde in
  2. stroomde in
  3. stroomde in
  4. stroomden in
  5. stroomden in
  6. stroomden in
v.t.t.
  1. ben ingestroomd
  2. bent ingestroomd
  3. is ingestroomd
  4. zijn ingestroomd
  5. zijn ingestroomd
  6. zijn ingestroomd
v.v.t.
  1. was ingestroomd
  2. was ingestroomd
  3. was ingestroomd
  4. waren ingestroomd
  5. waren ingestroomd
  6. waren ingestroomd
o.t.t.t.
  1. zal instromen
  2. zult instromen
  3. zal instromen
  4. zullen instromen
  5. zullen instromen
  6. zullen instromen
o.v.t.t.
  1. zou instromen
  2. zou instromen
  3. zou instromen
  4. zouden instromen
  5. zouden instromen
  6. zouden instromen
en verder
  1. heeft ingestroomd
diversen
  1. stroom in!
  2. stroomt in!
  3. ingestroomd
  4. instromend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for instromen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
acudir en masa instromen binnenstromen; massaal opkomen; toestromen
afluir instromen binnenstromen; massaal opkomen; samenstromen; samenvloeien; toestromen
afluir a instromen binnenstromen; massaal opkomen; toestromen
entrada masiva instromen binnenstromen; massaal opkomen; toestromen
entrar a mares instromen binnenstromen; massaal opkomen; toestromen
entrar en instromen aankomen; aanvangen; arriveren; beginnen; betreden; binnendringen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenmarcheren; binnenrijden; binnenstappen; binnenstromen; binnentreden; binnentrekken; binnenvallen; doordringen; haven binnenvaren; indringen; infiltreren; ingaan; inpassen; inrijden; invallen; massaal opkomen; onverwachts langskomen; passen in; penetreren; starten; toestromen; van start gaan
inundar instromen massaal opkomen; onder water zetten; overspoelen; overstromen; stromende onder water zetten; stromende over de rand komen; toestromen