Dutch

Detailed Translations for inzouten from Dutch to Spanish

inzouten:

inzouten verbe (zout in, zoutte in, zoutten in, ingezouten)

  1. inzouten (inpekelen; opzouten; inmaken)

Conjugations for inzouten:

o.t.t.
  1. zout in
  2. zout in
  3. zout in
  4. zouten in
  5. zouten in
  6. zouten in
o.v.t.
  1. zoutte in
  2. zoutte in
  3. zoutte in
  4. zoutten in
  5. zoutten in
  6. zoutten in
v.t.t.
  1. heb ingezouten
  2. hebt ingezouten
  3. heeft ingezouten
  4. hebben ingezouten
  5. hebben ingezouten
  6. hebben ingezouten
v.v.t.
  1. had ingezouten
  2. had ingezouten
  3. had ingezouten
  4. hadden ingezouten
  5. hadden ingezouten
  6. hadden ingezouten
o.t.t.t.
  1. zal inzouten
  2. zult inzouten
  3. zal inzouten
  4. zullen inzouten
  5. zullen inzouten
  6. zullen inzouten
o.v.t.t.
  1. zou inzouten
  2. zou inzouten
  3. zou inzouten
  4. zouden inzouten
  5. zouden inzouten
  6. zouden inzouten
en verder
  1. is ingezouten
diversen
  1. zout in!
  2. zoutt in!
  3. ingezouten
  4. inzoutend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inzouten:

NounRelated TranslationsOther Translations
contener behelzen; inhoud; inhouden; waarmee iets gevuld is
VerbRelated TranslationsOther Translations
acaparar inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten opkopen; overnemen
adobar inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten in blik conserveren; inblikken; inmaken; leerlooien; looien; tanen; zouten
conservar inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten behoeden; behouden; beschermen; bewaren; conserveren; in blik conserveren; in stand houden; inblikken; inleggen; inmaken; instandhouden; invoegen; onderhouden; tussenleggen; verduurzamen; zouten
conservar en adobo inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten in blik conserveren; inblikken; inmaken; marineren; toebereiden; zouten
contener inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten achterhouden; bedwingen; behelzen; behouden; beperken; beteugelen; bevatten; bijsluiten; bijvoegen; binnenhouden; geen afstand doen van; houden; in bedwang houden; indammen; inhouden; inkapselen; inperken; insluiten; limiteren; met handen omvatten; omspannen; omvatten; opzijleggen; reserveren; terughouden; toevoegen
echar en sal inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten pekelen; zouten
poner en salmuera inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten zouten
salar inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten pekelen; zouten
salarse inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten zouten

External Machine Translations: