Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. jeugdigheid:
  2. jeugdig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for jeugdigheid from Dutch to Spanish

jeugdigheid:

jeugdigheid [de ~ (v)] nom

  1. de jeugdigheid (jeugd)
    la juventud; el albores de la vida

Translation Matrix for jeugdigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
albores de la vida jeugd; jeugdigheid
juventud jeugd; jeugdigheid jeugd; jongelui

Related Words for "jeugdigheid":


jeugdigheid form of jeugdig:

jeugdig adj

  1. jeugdig (jong)

Translation Matrix for jeugdig:

NounRelated TranslationsOther Translations
joven adolescent; broekie; broekvent; gast; goser; gozer; hondje; jong; jonge knaap; jongeling; jongeman; jongere; jongmens; kerel; kereltje; knakker; knul; man; minderjarige; onmondige; vent; welp
OtherRelated TranslationsOther Translations
joven junior
ModifierRelated TranslationsOther Translations
joven jeugdig; jong opgeschoten
juvenil jeugdig; jong jongensachtig

Related Words for "jeugdig":

  • jeugdigheid, jeugdiger, jeugdigere, jeugdigst, jeugdigste, jeugdige

Related Definitions for "jeugdig":

  1. wie jong is of jong lijkt1
    • de film is geschikt voor jeugdige kijkers1

Wiktionary Translations for jeugdig:

jeugdig
adjective
  1. jong, fris, onbevangen

Cross Translation:
FromToVia
jeugdig joven young — in the early part of life or growth
jeugdig joven jeune — Qui est dans une phase au commencement de sa vie ou de son développement ; qui n’est guère avancé en âge, en parlant des humains, des animaux ou des végétaux.