Dutch

Detailed Translations for klagend from Dutch to Spanish

klagend:


klagen:

Conjugations for klagen:

o.t.t.
  1. klaag
  2. klaagt
  3. klaagt
  4. klagen
  5. klagen
  6. klagen
o.v.t.
  1. klaagde
  2. klaagde
  3. klaagde
  4. klaagden
  5. klaagden
  6. klaagden
v.t.t.
  1. heb geklaagd
  2. hebt geklaagd
  3. heeft geklaagd
  4. hebben geklaagd
  5. hebben geklaagd
  6. hebben geklaagd
v.v.t.
  1. had geklaagd
  2. had geklaagd
  3. had geklaagd
  4. hadden geklaagd
  5. hadden geklaagd
  6. hadden geklaagd
o.t.t.t.
  1. zal klagen
  2. zult klagen
  3. zal klagen
  4. zullen klagen
  5. zullen klagen
  6. zullen klagen
o.v.t.t.
  1. zou klagen
  2. zou klagen
  3. zou klagen
  4. zouden klagen
  5. zouden klagen
  6. zouden klagen
en verder
  1. is geklaagd
diversen
  1. klaag!
  2. klaagt!
  3. geklaagd
  4. klagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for klagen:

NounRelated TranslationsOther Translations
fastidiar treiteren
reclamar aanspraak maken op; claim; opvorderen; vordering
VerbRelated TranslationsOther Translations
dar la tabarra klagen; zeuren emmeren; etteren; griepen; klieren; zeiken; zemelen
fastidiar klagen; zeuren dwarszitten; ergeren; etteren; foppen; geringschatten; harrewarren; in de maling nemen; irriteren; jennen; koeioneren; kwellen; lastigvallen; minachten; narren; neerkijken op; op de zenuwen werken; op zijn hart hebben; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; te pakken nemen; teisteren; tergen; treiteren; uitdagen; verachten; vervelen; vervelend doen; voor de gek houden; wegpesten; zieken
gruñir brommen; kankeren; klagen; misnoegen uiten; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen foeteren; grauwen; grommen; kankeren; knorren; knorrend geluid maken; morren; murmeren; ontevreden mompelen; op vuur pruttelen; pruttelen; ronken; sakkeren; smoren; snauwen; snorren; stoffen; sudderen; uitbrander geven; zagen; zemelen; zeuren
lamentar klagen; zeuren beklagen; betreuren; jammer vinden; kermen; medelijden hebben; spijten; zich beklagen
lamentarse klagen; misnoegen uiten; over iets mopperen emmeren; lamenteren; zich beklagen
presentar una queja een klacht indienen; klagen; zijn beklag indienen
quejarse klagen; misnoegen uiten; over iets mopperen emmeren; etteren; griepen; jammeren; jeremiëren; klieren; weeklagen; zeiken; zich beklagen
reclamar een klacht indienen; klagen; zijn beklag indienen aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; opvragen; reclameren; rekwireren; terugeisen; terugvorderen; terugvragen; verzoeken; vorderen; vragen; zich beklagen
refunfuñar por una cosa brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen

Related Definitions for "klagen":

  1. zeggen dat het niet goed is1
    • ze klaagt al dagen over buikpijn1

Wiktionary Translations for klagen:

klagen
verb
  1. ongenoegen uiten

Cross Translation:
FromToVia
klagen quejarse complain — to express feelings of pain, dissatisfaction, or resentment
klagen quejar moan — to complain