Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. misverstaan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for misverstaan from Dutch to Spanish

misverstaan:

misverstaan verbe (misversta, misverstaat, misverstond, misverstonden, misverstaan)

  1. misverstaan

Conjugations for misverstaan:

o.t.t.
  1. misversta
  2. misverstaat
  3. misverstaat
  4. misverstaan
  5. misverstaan
  6. misverstaan
o.v.t.
  1. misverstond
  2. misverstond
  3. misverstond
  4. misverstonden
  5. misverstonden
  6. misverstonden
v.t.t.
  1. heb misverstaan
  2. hebt misverstaan
  3. heeft misverstaan
  4. hebben misverstaan
  5. hebben misverstaan
  6. hebben misverstaan
v.v.t.
  1. had misverstaan
  2. had misverstaan
  3. had misverstaan
  4. hadden misverstaan
  5. hadden misverstaan
  6. hadden misverstaan
o.t.t.t.
  1. zal misverstaan
  2. zult misverstaan
  3. zal misverstaan
  4. zullen misverstaan
  5. zullen misverstaan
  6. zullen misverstaan
o.v.t.t.
  1. zou misverstaan
  2. zou misverstaan
  3. zou misverstaan
  4. zouden misverstaan
  5. zouden misverstaan
  6. zouden misverstaan
diversen
  1. misversta!
  2. misverstat!
  3. misverstaan
  4. misverstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for misverstaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
entender mal misverstaan

Wiktionary Translations for misverstaan:


Cross Translation:
FromToVia
misverstaan entender mal mistake — To take one thing for another
misverstaan mal interpretar misunderstand — to understand incorrectly, while thinking one has understood correctly