Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. tjilpen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tjilpen from Dutch to Spanish

tjilpen:

tjilpen verbe (tjilp, tjilpt, tjilpte, tjilpten, getjilpt)

  1. tjilpen (kwinkeleren; kwetteren)
    cantar; piar; trinar; gorjear; garlar

Conjugations for tjilpen:

o.t.t.
  1. tjilp
  2. tjilpt
  3. tjilpt
  4. tjilpen
  5. tjilpen
  6. tjilpen
o.v.t.
  1. tjilpte
  2. tjilpte
  3. tjilpte
  4. tjilpten
  5. tjilpten
  6. tjilpten
v.t.t.
  1. heb getjilpt
  2. hebt getjilpt
  3. heeft getjilpt
  4. hebben getjilpt
  5. hebben getjilpt
  6. hebben getjilpt
v.v.t.
  1. had getjilpt
  2. had getjilpt
  3. had getjilpt
  4. hadden getjilpt
  5. hadden getjilpt
  6. hadden getjilpt
o.t.t.t.
  1. zal tjilpen
  2. zult tjilpen
  3. zal tjilpen
  4. zullen tjilpen
  5. zullen tjilpen
  6. zullen tjilpen
o.v.t.t.
  1. zou tjilpen
  2. zou tjilpen
  3. zou tjilpen
  4. zouden tjilpen
  5. zouden tjilpen
  6. zouden tjilpen
en verder
  1. ben getjilpt
  2. bent getjilpt
  3. is getjilpt
  4. zijn getjilpt
  5. zijn getjilpt
  6. zijn getjilpt
diversen
  1. tjilp!
  2. tjilpt!
  3. getjilpt
  4. tjilpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tjilpen:

NounRelated TranslationsOther Translations
cantar deuntje; wijsje; zang
VerbRelated TranslationsOther Translations
cantar kwetteren; kwinkeleren; tjilpen bemerken; doorslaan; kraaien; kwelen; opmerken; verklappen; verraden; zingen
garlar kwetteren; kwinkeleren; tjilpen
gorjear kwetteren; kwinkeleren; tjilpen kraaien; kwelen
piar kwetteren; kwinkeleren; tjilpen emmeren; knorren; ronken; snorren; zagen
trinar kwetteren; kwinkeleren; tjilpen kwelen; scanderen; zingen

Wiktionary Translations for tjilpen:


Cross Translation:
FromToVia
tjilpen piar; gorjear gazouiller — Faire entendre un chant léger et agréable, parler des petits oiseaux.
tjilpen piar; gorjear pépierémettre de petits cris, comme font les petits oiseaux.