Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. toespitsen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toespitsen from Dutch to Spanish

toespitsen:

toespitsen verbe (spits toe, spitst toe, spitste toe, spitsten toe, toegespitst)

  1. toespitsen (intensiveren; versterken; aanscherpen; verhevigen)

Conjugations for toespitsen:

o.t.t.
  1. spits toe
  2. spitst toe
  3. spitst toe
  4. spitsen toe
  5. spitsen toe
  6. spitsen toe
o.v.t.
  1. spitste toe
  2. spitste toe
  3. spitste toe
  4. spitsten toe
  5. spitsten toe
  6. spitsten toe
v.t.t.
  1. heb toegespitst
  2. hebt toegespitst
  3. heeft toegespitst
  4. hebben toegespitst
  5. hebben toegespitst
  6. hebben toegespitst
v.v.t.
  1. had toegespitst
  2. had toegespitst
  3. had toegespitst
  4. hadden toegespitst
  5. hadden toegespitst
  6. hadden toegespitst
o.t.t.t.
  1. zal toespitsen
  2. zult toespitsen
  3. zal toespitsen
  4. zullen toespitsen
  5. zullen toespitsen
  6. zullen toespitsen
o.v.t.t.
  1. zou toespitsen
  2. zou toespitsen
  3. zou toespitsen
  4. zouden toespitsen
  5. zouden toespitsen
  6. zouden toespitsen
en verder
  1. ben toegespitst
  2. bent toegespitst
  3. is toegespitst
  4. zijn toegespitst
  5. zijn toegespitst
  6. zijn toegespitst
diversen
  1. spits toe!
  2. spitst toe!
  3. toegespitst
  4. toespitsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toespitsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
intensificar aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken sterken; sterker maken; sterker worden; versterken

Wiktionary Translations for toespitsen:


Cross Translation:
FromToVia
toespitsen agriar; acedar aigrirrendre aigre.
toespitsen avivar aviverrendre plus vif.

External Machine Translations: