Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. tot staan brengen:


Dutch

Detailed Translations for tot staan brengen from Dutch to Spanish

tot staan brengen:

tot staan brengen verbe (breng tot staan, brengt tot staan, bracht tot staan, brachten tot staan, tot staan gebracht)

  1. tot staan brengen (stopzetten; ophouden; remmen; tegenhouden; halt houden)

Conjugations for tot staan brengen:

o.t.t.
  1. breng tot staan
  2. brengt tot staan
  3. brengt tot staan
  4. brengen tot staan
  5. brengen tot staan
  6. brengen tot staan
o.v.t.
  1. bracht tot staan
  2. bracht tot staan
  3. bracht tot staan
  4. brachten tot staan
  5. brachten tot staan
  6. brachten tot staan
v.t.t.
  1. heb tot staan gebracht
  2. hebt tot staan gebracht
  3. heeft tot staan gebracht
  4. hebben tot staan gebracht
  5. hebben tot staan gebracht
  6. hebben tot staan gebracht
v.v.t.
  1. had tot staan gebracht
  2. had tot staan gebracht
  3. had tot staan gebracht
  4. hadden tot staan gebracht
  5. hadden tot staan gebracht
  6. hadden tot staan gebracht
o.t.t.t.
  1. zal tot staan brengen
  2. zult tot staan brengen
  3. zal tot staan brengen
  4. zullen tot staan brengen
  5. zullen tot staan brengen
  6. zullen tot staan brengen
o.v.t.t.
  1. zou tot staan brengen
  2. zou tot staan brengen
  3. zou tot staan brengen
  4. zouden tot staan brengen
  5. zouden tot staan brengen
  6. zouden tot staan brengen
en verder
  1. ben tot staan gebracht
  2. bent tot staan gebracht
  3. is tot staan gebracht
  4. zijn tot staan gebracht
  5. zijn tot staan gebracht
  6. zijn tot staan gebracht
diversen
  1. breng tot staan!
  2. brengt tot staan!
  3. tot staan gebracht
  4. tot staan brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tot staan brengen:

NounRelated TranslationsOther Translations
detener arresteren; grijpen
parar verblijven
VerbRelated TranslationsOther Translations
cesar halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen aftreden; heengaan; hooghouden; in de hoogte houden; omhooghouden; ophouden; terugtrekken; uittreden; verlaten; vertrekken
detener halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen aanhouden; afhouden; arresteren; beletten; betrappen; detineren; ervanaf houden; gevangen zetten; gevangenhouden; gevangennemen; hooghouden; in de cel zetten; in de hoogte houden; in hechtenis houden; inrekenen; interneren; isoleren; omhooghouden; ophouden; oppakken; opsluiten; parkeerstand inschakelen; snappen; stoppen; vasthouden; vastzetten; weerhouden
parar halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen afhaken; afkijken; afsluiten; afvallen; afwenden; afwentelen; afweren; afzeggen; afzetten; afzien van; beëindigen; doen stoppen; dwarsbomen; dwarsliggen; een einde maken aan; eindigen; ergens zijn; ermee uitscheiden; eruitstappen; opgeven; ophouden; pareren; spieken; staken; stilzetten; stoppen; tegenwerken; tot stilstand brengen; uitscheiden; weghouden; weren; zich ophouden
pararse halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen blijven staan; halt houden; halthouden; inhouden; stil staan; stilhouden; stilstaan; stoppen; tot stilstand komen
poner freno a halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen een halt toeroepen

External Machine Translations:

Related Translations for tot staan brengen