Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verrader:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verrader from Dutch to Spanish

verrader:

verrader [de ~ (m)] nom

  1. de verrader (verlinker; verklapper)
    el chivato; el delator; el traidor; el soplón

Translation Matrix for verrader:

NounRelated TranslationsOther Translations
chivato verklapper; verlinker; verrader klikspaan
delator verklapper; verlinker; verrader aanbrenger; informant; klikspaan; politie-informant; tipgever; verklikker
soplón verklapper; verlinker; verrader aanbrenger; gladjanus; gluiperd; informant; klepper; klikspaan; politie-informant; tipgever; verklikker
traidor verklapper; verlinker; verrader
ModifierRelated TranslationsOther Translations
traidor achterbaks; afvallig; geniepig; gevaarlijk; gluiperig; in het geniep; leugenachtig; snood; stiekem; trouweloos; vals; verraderlijk

Related Words for "verrader":

  • verraders

Wiktionary Translations for verrader:

verrader
noun
  1. iemand die verraad pleegt

Cross Translation:
FromToVia
verrader confidente; delator; traidor; oreja betrayer — someone who betrays
verrader traidor; traidora traitor — one who violates his allegiance and betrays his/her country
verrader traidor traître — Celui, celle qui fait une trahison.