Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. versnijden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for versnijden from Dutch to Spanish

versnijden:

versnijden verbe (versnijd, versnijdt, versneed, versneden, versneden)

  1. versnijden (aanlengen; verdunnen; verwateren)
  2. versnijden (fout knippen; verknippen)

Conjugations for versnijden:

o.t.t.
  1. versnijd
  2. versnijdt
  3. versnijdt
  4. versnijden
  5. versnijden
  6. versnijden
o.v.t.
  1. versneed
  2. versneed
  3. versneed
  4. versneden
  5. versneden
  6. versneden
v.t.t.
  1. heb versneden
  2. hebt versneden
  3. heeft versneden
  4. hebben versneden
  5. hebben versneden
  6. hebben versneden
v.v.t.
  1. had versneden
  2. had versneden
  3. had versneden
  4. hadden versneden
  5. hadden versneden
  6. hadden versneden
o.t.t.t.
  1. zal versnijden
  2. zult versnijden
  3. zal versnijden
  4. zullen versnijden
  5. zullen versnijden
  6. zullen versnijden
o.v.t.t.
  1. zou versnijden
  2. zou versnijden
  3. zou versnijden
  4. zouden versnijden
  5. zouden versnijden
  6. zouden versnijden
diversen
  1. versnijd!
  2. versnijdt!
  3. versneden
  4. versnijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for versnijden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aflojar aanlengen; verdunnen; versnijden; verwateren afmatten; dempen; matigen; moe maken; ophoesten; slopen; temperen; terugdraaien; terugschroeven; uitputten; verflauwen; vermoeien; verslappen; voor de dag komen met; vrijaf geven; vrijgeven; zich matigen
cortar mal fout knippen; verknippen; versnijden
debilitar aanlengen; verdunnen; versnijden; verwateren aan kracht inboeten; aantasten; aanvreten; aftakelen; bederven; beschadigen; deren; iem.'s positie ondermijnen; ondergraven; ondermijnen; uitputten; verslappen; verzwakken; wegglijden; zwak worden; zwakker worden
diluir aanlengen; verdunnen; versnijden; verwateren

Wiktionary Translations for versnijden:


Cross Translation:
FromToVia
versnijden diluir diluer — didactique|fr étendre d’eau ou d'un solvant adapté, un liquide quelconque.
versnijden extender; estirar; desenvolver; tender étendre — Traductions à trier suivant le sens