Dutch

Detailed Translations for aantikken from Dutch to French

aantikken:

aantikken verbe (tik aan, tikt aan, tikte aan, tikten aan, aangetikt)

  1. aantikken (kloppen; tikken; aankloppen)
    battre; frapper; cliqueter; toquer; taper sur; taper; heurter; claquer; cogner; craqueter
    • battre verbe (bats, bat, battons, battez, )
    • frapper verbe (frappe, frappes, frappons, frappez, )
    • cliqueter verbe (cliquette, cliquettes, cliquetons, cliquetez, )
    • toquer verbe (toque, toques, toquons, toquez, )
    • taper sur verbe
    • taper verbe (tape, tapes, tapons, tapez, )
    • heurter verbe (heurte, heurtes, heurtons, heurtez, )
    • claquer verbe (claque, claques, claquons, claquez, )
    • cogner verbe (cogne, cognes, cognons, cognez, )
    • craqueter verbe (craquette, craquettes, craquetons, craquetez, )

Conjugations for aantikken:

o.t.t.
  1. tik aan
  2. tikt aan
  3. tikt aan
  4. tikken aan
  5. tikken aan
  6. tikken aan
o.v.t.
  1. tikte aan
  2. tikte aan
  3. tikte aan
  4. tikten aan
  5. tikten aan
  6. tikten aan
v.t.t.
  1. heb aangetikt
  2. hebt aangetikt
  3. heeft aangetikt
  4. hebben aangetikt
  5. hebben aangetikt
  6. hebben aangetikt
v.v.t.
  1. had aangetikt
  2. had aangetikt
  3. had aangetikt
  4. hadden aangetikt
  5. hadden aangetikt
  6. hadden aangetikt
o.t.t.t.
  1. zal aantikken
  2. zult aantikken
  3. zal aantikken
  4. zullen aantikken
  5. zullen aantikken
  6. zullen aantikken
o.v.t.t.
  1. zou aantikken
  2. zou aantikken
  3. zou aantikken
  4. zouden aantikken
  5. zouden aantikken
  6. zouden aantikken
diversen
  1. tik aan!
  2. tikt aan!
  3. aangetikt
  4. aantikkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aantikken [znw.] nom

  1. aantikken

Translation Matrix for aantikken:

NounRelated TranslationsOther Translations
acte de toucher aantikken
acte de toucher légèrement aantikken
battre afbeuken
VerbRelated TranslationsOther Translations
battre aankloppen; aantikken; kloppen; tikken afkloppen; bekampen; beroeren; bestrijden; beuken; bevechten; bonken; hameren; hard slaan; hengsten; karnen; klakken; klapperen; kleppen; kloppen met een hamer; klutsen; meppen; omroeren; raken; rammen; roeren; slaan; timmeren; treffen
claquer aankloppen; aantikken; kloppen; tikken dichtgooien; dichtklappen; dichtslaan; dichtwerpen; klakken; klapperen; kleppen; klepperen
cliqueter aankloppen; aantikken; kloppen; tikken klakken; kleppen; klepperen; kletteren; klingelen; rammelen; rinkelen; tingelen; tinkelen
cogner aankloppen; aantikken; kloppen; tikken aanrijden; beuken; bonken; botsen; hameren; hard slaan; hengsten; meppen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; rammen; slaan; stompen; stoten op; timmeren
craqueter aankloppen; aantikken; kloppen; tikken knakken; knapperen; knetteren
frapper aankloppen; aantikken; kloppen; tikken beuken; bonken; een klap geven; een oplawaai geven; frapperen; hameren; hard slaan; hengsten; kloppen met een hamer; meppen; rammen; slaan; stompen; timmeren
heurter aankloppen; aantikken; kloppen; tikken aanrijden; aanstoot geven; aanvaren; bonken; bonzen; botsen; choqueren; hameren; hard slaan; hengsten; ketsen; luiden; meppen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; opbotsen; rammen; schokken; shockeren; slaan; stoten op; timmeren
taper aankloppen; aantikken; kloppen; tikken beuken; bonken; dichten; dichtmaken; dichtstoppen; hameren; hard slaan; hengsten; kloppen met een hamer; machineschrijven; meppen; rammen; slaan; stompen; stoppen; tikken; timmeren; typen
taper sur aankloppen; aantikken; kloppen; tikken bekloppen; drukken op; tegen kloppen
toquer aankloppen; aantikken; kloppen; tikken aanroeren; aanstippen; even aanraken